Spanningen tussen moslims en hindoes weer aan de oppervlakte

Bij de rellen die maandag uitbraken in Shimoga en Hassan, twee steden in de Zuid-Indiase deelstaat Karnataka, zijn twee mensen omgekomen. Betogers staken auto’s en winkels in brand, de ordediensten schoten met scherp. Iedereen was verrast door de snelle escalatie van het geweld.

De aanleiding van de rellen was een kritisch artikel over de boerka in de zondagseditie van een plaatselijke krant. Het artikel, dat bij sommige Indiase moslims flink in het verkeerde keelgat is geschoten, werd toegeschreven aan de Bengaalse schrijfster Taslima Nasreen, al ontkende die intussen dat zij de auteur is. Nasreen moest in de jaren negentig Bangladesh ontvluchten omdat ze bedreigd werd door moslims die aanstoot namen aan haar kritiek op de islam. Sindsdien leeft ze in ballingschap in Europa en India. In 2007 moest ze uit de West-Bengaalse hoofdstad Kolkata vertrekken omdat extremistische moslims haar ook daar het leven onmogelijk maakten.

“Verhuis naar Pakistan”

In andere Indiase steden ontbinden extremistische hindoes hun duivels. Ze protesteren tegen de vertoning van ‘Mijn naam is Khan’ , een film met superster Shahrukh Khan die sinds midden februari in de Indiase zalen loopt. Khan had zich uitgesproken voor de deelname van Pakistaanse spelers aan een Indiase cricketliga. Het merendeel van de Pakistaanse bevolking bestaat uit moslims en voor Shiv Sena, een partij van extremistische hindoes in de westelijke deelstaat Maharashtra, staat het standpunt van Khan gelijk met landverraad. Khan kreeg van Shiv Sena het advies maar in Pakistan te gaan wonen.

Betogers verbrijzelden de etalages van bioscoopzalen en verscheurden affiches van de film om de vertoningen te stoppen. Uiteindelijk ging de film toch in roulatie, maar dat gebeurt onder politiebewaking. Critici oordelen dat het stadsbestuur van Mumbai, de grootste stad van Maharastra, niet genoeg ondernam om het geweld rond de film in te dammen. Mumbai wordt geregeerd door een coalitie waarin de Shiv Sena het zwaarst doorweegt.   

In India leven bijna een miljard hindoes en 140 miljoen moslims. Spanningen tussen die groepen waren er altijd al, en af en toe ontladen die zich in grootschalig geweld.

Gematigde Indiërs zitten ook verveeld met de recente beslissing van een bekende Indiase kunstenaar om de Qatarese nationaliteit aan te nemen. De 95-jarige M F Hussain vertrok in 2006 in ballingschap omdat hij belaagd werd door extremistische hindoes. Die namen er aanstoot aan dat hij hindoegodinnen op zijn schilderijen naakt afbeeldde. Hussain verklaarde dat hij van nationaliteit is veranderd omdat hij zich niet beschermd voelde door de Indiase regering.