Zambiaanse mijnwerkers hebben buik vol van Chinese bazen

De Zambiaanse regering is nog altijd blij met de zware Chinese investeringen in de mijnbouwsector, maar bij de werknemers van die bedrijven groeit de onvrede. De Chinese directies in de Zambiaanse koperstreek hebben weinig oog voor de veiligheid in hun mijnen en behandelen hun personeel als lijfeigenen.
De videobeelden laten een mijngang zien, 700 meter onder de grond. De sporen die door de tunnel leiden zijn nauwelijks te onderscheiden. Ze worden enkel verlicht door de lamp op de helm van de mijnwerker die vooraan loopt. Opeens moet hij opzij springen voor een onverlicht wagentje dat komt aansuizen. Een beetje verder ligt een juten zak die genoeg explosieven blijkt te bevatten om de hele tunnel op te blazen. Vlakbij liggen ook de ontstekers, in een wirwar van stroomdraden.

Dodelijke mijnbouw


De beelden werden clandestien gemaakt in een grote kopermijn in Chambishi, dicht bij de stad Kitwe, 500 kilometer ten noorden van Lusaka. De mijn is in handen van de Chinese overheidsmaatschappij NFCA. Volgens de Zambiaanse vakbond NUMAW heeft de slechte veiligheidssituatie er in 2008 aan acht mijnwerkers het leven gekost. In 2005 kwamen er vijftig mensen op bij een explosie in een nabijliggende smelterij, die ook wordt uitgebaat door NFCA.
“De arbeidsvoorwaarden hier zijn veel slechter dan in alle mijnen in de buurt die in handen zijn van andere buitenlandse investeerders”, zegt een mijnbouwer bij het verlaten van de mijn. “En als bij toeval kreeg alleen deze mijn al langer dan een jaar geen inspectie meer.”
De Chinese mijn in Chambishi telt 1900 Zambiaanse werknemers. Daarvan hebben er welgeteld 52 een contract van onbepaalde duur. De overige mijnwerkers verdienen minder dan 220 euro per maand en genieten geen sociale bescherming. Toch maakte de mijn de voorbije jaren vette winsten – de koperprijs lag immers erg hoog.
“De mijnwerkers worden vaak het slachtoffer van geweldplegingen”, zegt Betha Mulenga, die in een nabijgelegen krottenwijk leeft waar de meeste mijnwerkers wonen. Volgens Betha, die een kind kreeg van een Chinese werknemer die al voor de geboorte met de noorderzon vertrok, is de culturele kloof onoverbrugbaar. “Chinese voormannen slaan de Zambiaanse mijnwerkers zoals ze dat thuis met hun landgenoten doen. Maar Zambianen weten niet hoe ze van zich moeten afbijten. Dat zit niet in onze cultuur”.

Verzet


Op de Zambiaanse justitie moeten de mijnwerkers niet al te veel rekenen.    Ewsell Sibale, een vakbondsleider die in november 2008 werd afgeranseld door een Chinese opzichter, diende klacht in. Maar op de dag van zijn proces bleven de getuigen weg. De opzichter werd vrijgesproken. Een eerder, gelijkaardig proces voor de rechtbank van Chambishi in 2008 kende een gelijkaardig verloop.
Voor de Zambiaanse werknemers van de mijn is de maat vol. In maart gijzelden actievoerders een directeur van de mijn; ze probeerden ook brand te stichten in de luxueuze onderkomens van de Chinese werknemers. Als straf voor die acties werden 500 mijnwerkers ontslagen.
De onvrede in de koperstreek kwam nog veel duidelijker tot uiting in oktober. Het Front Patriotique, de grootste oppositiepartij, greep maar net naast het presidentschap. In de koperstreek liet de partij historische scores optekenen. FP-leider Michael Sata, die campagne voerde met de slogan “Zambia voor de Zambianen”, trok vooral van leer tegen de Chinese investeerders. “Ze respecteren onze wetten niet, foeterde hij. En waar andere investeerders één expat meebrengen, brengen zij er 150 mee.”

Bevoorrechte partner


Sata is boos dat de Zambiaanse regering laat begaan. Volgens hem kan alleen corruptie dat verklaren. Als land verdient Zambia immers relatief weinig aan de export van koper.  Tussen 2002 en 2006 streek de Zambiaanse staat 50 miljoen euro op, een peulschil gelet op de totale verkoopcijfers van 2,2 miljard euro in de kopersector.
Maar de Zambiaanse minister van Handel, Felix Mutati, wil geen slecht woord horen over de Chinese investeerders. Hij wijst erop dat de helft van de Zambianen zonder werk zit. En nu de koperprijzen dalen, zou het nog dommer zijn een belangrijke investeerder voor het hoofd te stoten. “Het is overal crisis, maar anders dan de westerse investeerders vertragen de Chinezen niet.”
M. Pan van de Chinese Economische en Commerciële Raad in Lusaka, bevestigt dat China blijft investeren in Zambia. Volgens hem zullen de koperprijzen zich binnen twee à drie jaar herstellen. 
Zambia wil de commerciële relaties met China nog versterken. Het land plant twee vrijhandelszones die 740 miljoen euro aan nieuwe investeringen moeten opleveren. “We hebben problemen met de Chinezen”, verklaarde minister Mutati in november, “maar voor een miljard dollar kan je wel een paar compromissen aangaan, of niet?” (Infosud/ vertaling: IPS)


Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.