Massale opkomst bij Amerikaanse verkiezingen

Met name in de zogenaamde “strijdstaten”, waar het verschil tussen de kandidaten klein is, blijkt de opkomst enorm. Onder meer het republikeinse bolwerk Virginia en Missouri melden een “fenomenale, nooit geziene opkomst”. Volgens waarnemers zou deze stembusgang 130 miljoen kiezers op de been kunnen brengen. Als dat zo is, zou dat inderdaad een recordopkomst zijn sinds de jaren zestig.

In vergelijking met de vorige presidentsverkiezingen in 2004 hebben zich 7,3 procent meer kiezers ingeschreven. Daarbij is er een duidelijk verschil tussen Democraten en Republikeinen. Bij de Democraten steeg het aantal nieuwe registraties met 12,2 procent, bij de Republikeinen met amper 1,7 procent. Opvallend is dat één tiende van de kiezers voor het eerst gaat stemmen. Een overgroot deel daarvan zijn jongeren en minderheden, groepen bij wie vooral Obama populair is.

De hoge opkomst zorgde onvermijdelijk voor problemen en lange wachtrijen. In heel wat stembureaus stonden kiezers al een tweetal uur voor de opening aan te schuiven bij de stemlokalen. Op sommige plaatsen kampten de kiesstations met kleine problemen zoals een tekort aan stemcomputers voorzien zijn of verkeerde lijsten. In één stembureau kregen de kiezers maar een deel van de stembrieven.

Ook in traditioneel Republikeinse staten als Alabama of Tennessee is de opkomst veel hoger, maar niet voldoende om McCain echt te bedreigen. Toch verwachten waarnemers dat de hogere opkomst een belangrijke rol kan spelen, omdat er niet enkel voor een nieuwe president gestemd wordt, maar ook voor een aantal andere belangrijke functies in het hooggerechtshof van de staat of in de Senaat.

Economie overheerst

Uit bevragingen van kiezers die net hun stem uitgebracht hebben, blijkt dat zoals verwacht de economie hun grootste zorg is. Uit een enquête van het persagentschap AP blijkt volgens de eerste cijfers dat 60 procent van de kiezers de keuze voor een kandidaat vooral van economische overwegingen laat afhangen. Bijna alle kiezers beoordelen de huidige economische toestand als matig tot slecht, maar de helft verwacht beterschap in het komende jaar. De aftredende president George Bush krijgt grotendeels de schuld van die situatie: de helft van de bevraagden heeft geen goed woord over voor het werk van de president.