Mangrovebossen in Florida breiden uit door klimaatverandering

De tropische mangroveboom komt langs een groot deel van de kust van het subtropische Florida voor. Wetenschappers van de Universiteit van Maryland en het Smithsonian Environmental Research Center zagen op satellietbeelden van 1984 tot 2011 dat er in die 28 jaar maar liefst 1240 hectare mangrovebos is bijgekomen.

De uitbreiding deed zich voor in het noorden van het Florida, bij Cape Canaveral (30 graden noorderbreedte), het minst warme deel. Daar verdubbelde de oppervlakte mangrovebos.

Minder vorstdagen

De wetenschappers wijten de uitbreiding niet aan de stijging van de gemiddelde temperatuur, wel aan de vermindering van het aantal vorstdagen. De laatste vijf jaar van de onderzochte periode waren er in het noorden van Florida 1,4 dagen minder dagen met temperaturen onder -4 graden Celsius dan in de eerste vijf jaar; in het zuiden van het Florida bleef het aantal vorstdagen onveranderd.

Door hun ligging op de grens van zee en land zijn mangrovebossen van groot belang voor de bescherming van kustgebieden. Ze gaan erosie tegen en beschermen dorpen en steden tegen stormen. Bovendien slaan ze veel sneller CO2 op dan tropische regenwouden. Wereldwijd is naar schatting meer dan een derde van alle mangroves verdwenen sinds 1980.

In plaats van moerassen

Kyle Cavanaugh (Smithsonian Environmental Research Center), die het onderzoek in Florida leidde, nuanceert de resultaten. “Sommigen zeggen dat dit een goede zaak is gezien de enorme bedreigingen waarvoor de mangroves staan. Maar dit voltrekt zich niet in een vacuüm. De mangroves nemen de plaats in van zoutmoerassen, die zelf belangrijke ecosysteemfuncties en voedselnetwerken hebben.”

Ook die zoutmoerassen, die in gematigder streken gedijen, beschermen de kust en slaan CO2 op. Ze vormen ook een belangrijke habitat voor dieren. Cavanaugh is niet zeker of die dieren in beide habitattypes kunnen overleven.

“Dit is wat we kunnen verwachten met de klimaatverandering: het ene ecosysteem dat het andere ecosysteem vervangt”, zegt coauteur Dan Gruner van de Universiteit van Maryland. “Maar momenteel beschikken we over te weinig informatie om te voorspellen wat de langetermijngevolgen zullen zijn.”

De studie verscheen in de Proceedings of the National Academy of Sciences.