Japan hoopt op onthulling Noord-Koreaanse geheimen

Jenkins (64) verdween in 1965 spoorloos tijdens een patrouille in het grensgebied tussen Noord- en Zuid-Korea en woonde bijna veertig jaar in het Noord-Koreaanse Pyongyang. In Noord-Korea trouwde hij met de Japanse Hitomi Soga, die in 1978 ontvoerd werd om Noord-Koreanen te trainen in de Japanse taal en gewoonten. Ze kregen twee kinderen.

Jarenlang deed Pyongyang geruchten over ontvoeringen af als verzinsels van het Bureau voor Nationale Veiligheidsplanning van Zuid-Korea. In een poging de verhouding met Japan te normaliseren, gaf de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il in september 2002 toe dat militairen in de jaren zeventig en tachtig twaalf Japanse burgers ontvoerden. Later werd een aantal van dertien genoemd. De ontvoerders zouden op eigen houtje hebben gehandeld. Volgens de president was er nooit opdracht gegeven tot de ontvoeringen.

“Het verhoor van Jenkins is erg belangrijk voor de familie van de Japanse burgers die nog steeds in Noord-Korea zitten”, zegt Shoji Sugino, woordvoerder van de Vereniging voor Redding van naar Noord-Korea Ontvoerde Japanners. “De familieleden wachten nog steeds wanhopig op informatie. We hopen dat de Japanse regering de informatie van Jenkins kan gebruiken om meer druk uit te oefenen op Noord-Korea”, aldus Sugino.

Analisten verwachten echter dat al te gedetailleerde onthullingen van Jenkins, die heeft lesgegeven aan prestigieuze Noord-Koreaanse instituten, de belangen van de achtergebleven Japanners in Noord-Korea zullen schaden.

In oktober 2002 mochten Soga en vier andere Japanners voor het eerst sinds hun ontvoering een bezoek brengen aan Japan. Tokio liet ze echter niet meer terugkeren naar Pyongyang. In plaats daarvan riep de Japanse regering Pyongyang op om ook hun familie naar Japan te laten terugkeren.

In mei van dit jaar reisde de Japanse premier Junichiro Koizumi naar Pyongyang om de terugkeer van de familieleden van de vijf – zeven kinderen en Soga’s man Jenkins - te regelen. Jenkins vreesde echter dat Tokio hem zou uitleveren aan de Verenigde Staten. Daarom bleef hij met zijn twee kinderen in Noord-Korea. Pyongyang stond Jenkins echter toe om naar Indonesië te reizen. Dat land heeft geen uitleveringsverdrag met de VS. Op 9 juli werd de familie herenigd in Jakarta. Jenkins reisde door naar Japan en meldde zich vorige week bij een Amerikaanse legerbasis in de buurt van Tokio. Hij zou met een compromis hebben willen sluiten met het Amerikaanse leger.

Wat destijds bij de verdwijning van Jenkins precies gebeurd is, is nog steeds onduidelijk. Volgens de Amerikaanse regering patrouilleerde Jenkins op 5 januari 1965 in de gedemilitariseerde zone tussen Zuid en Noord-Korea, toen hij plotseling verdween. Daarna werd niets meer van de sergeant vernomen, behalve dat hij eenmaal kort verscheen in een Noord-Koreaanse propagandafilm. “Iedereen in Japan hoopt dat het verhaal van Jenkins gauw tot een einde komt, dat Amerika hem vergeeft en de zaak sluit”, zegt Pyong Jin-il, redacteur van Korea Report. “Dan is de druk van de ketel in Japan.”

Volgens Kim Jun-shuk, professor aan de Universiteit van Tokio, zouden de Verenigde Staten er goed aan doen de zaak te laten rusten. “Als Jenkins rustig met zijn gezin in Japan kan leven, dan is dat een positief signaal aan het adres van zowel Japan als Noord-Korea.” (JS/ADR)