Dakloze Palestijnen en Israëlische troepen leveren slag

In de voorbije weken gingen duizend zwaarbewapende agenten van de Israëlische oproerpolitie, soms met versterking van helikopters en bulldozers, in de clinch met uitgewezen Palestijnen en hun aanhangers die trachtten hun dorpen opnieuw op te bouwen.

Zo werd al-Arakib, een bedoeïenendorp in de Israëlische Negevwoestijn, eind juli vernield om plaats te maken voor een woud van het Joods Nationaal Fonds. De raid op het dorp werd uitgevoerd ondanks een lopend proces over de eigendom van het land dat inwoners van al-Arakib hadden aangespannen.

Bij de vernieling raakten honderden Palestijnen dakloos. Minstens 45 huizen, kippenkwekerijen en boomgaarden werden met de grond gelijk gemaakt, en zo’n 800 olijfbomen ontworteld.

De verwoesting van het dorp gebeurde twee dagen nadat de Israëlische Eerste minister Benjamin Netanyahu tijdens een ontmoeting met zijn regering sprak van de “bedreiging” om de joodse meerderheid in Negev te verliezen. De bedoeïenen vormen kwart van de bevolking in het noorden van Negev, maar bezetten slechts twee procent van de grond.

“Israël heeft duizenden bedoeïenenhuizen in Negev vernield sinds de jaren zeventig en meer dan 200 sinds 2009. Om hen te verjagen begon de Landadministratie in 2002 herbiciden te sproeien over de gewassen van de dorpelingen, een praktijk die het Israëlische Hooggerechtshof als illegaal heeft veroordeeld in 2007”, laat Human Rights Watch (HRW) weten.

Joodse ranches

Nog volgens HRW raakten duizenden bedoeïenen ontheemd na de oprichting van Israël in 1948. In de jaren vijftig en zestig keurde Israël wetten goed waarmee de regering beslag kon leggen op grote stukken grond in Negev die eerder in handen waren van de bedoeïenen of die door hen werden gebruikt. De autoriteiten negeerden het bestaan van de bedoeïenendorpen wanneer ze eind de jaren zestig met het eerste masterplan voor Israël op de proppen kwamen.

Het Negev Co-existence Forum, een organisatie die opkkomt voor de rechten van de bedoeïenen, verklaarde dat al-Arakib reeds bestond voor de oprichting van Israël in 1948, en dat de bewoners terugkeerden nadat ze door de staat werden uitgewezen in 1951. Tienduizenden bedoeïenen leven in niet-erkende dorpen in het zuiden van Israël. Dat land beschouwt hen “illegaal” en weigert hen van basisinfrastructuur te voorzien.

Niettemin hebben de Israëlische autoriteiten grote delen land en fondsen toegewezen aan Israëlische joden om ranches te bouwen in het gebied en die te verbinden met nationale elektriciteits- en waterleidingen zonder de nodige vergunningen, hekelt de Israëlische organisatie Adalah. De ranches werden vorige maand gelegaliseerd.

“Deze actie van de Israëlische regering is systematisch discriminerend. Kijk hoe deze grote Israëlisch-Arabische groep die deel wil uitmaken van Israël wordt behandeld. Hiermee schiet de Israëlische regering zichzelf in de voet”, denkt Noga Malkin van HRW.

Vorige week braken er opnieuw schermutselingen uit, wanneer de Israëlische veiligheidstroepen bewoners van al-Araqib en hun aanhangers - die het dorp opnieuw opbouwden - uiteendreef.

Vernielingen

Ondertussen raakten over de grens, op de Westelijke Jordaanoever, vele Palestijnen ontheemd. Israëlische autoriteiten riepen het decennia-oude dorp Farasiya in het noorden van de Westoever uit tot een gesloten militaire zone, en gooiden het plat. Zaterdag probeerden bewoners van Farasiya, samen met Israëlische en internationale sympathisanten, voor de derde maal het dorp opnieuw op te bouwen, nadat het in de laatste maand twee maal met de grond werd gelijk gemaakt.

Volgens het VN-kantoor voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) werden meer dan honderd gebouwen in de Jordaanvallei vernield in de voorbije maand. OCHA is bezorgd over de vele verwoestingen die de Israëlische autoriteiten aanrichten in Area C, een gebied op de Westoever dat volledig onder de controle van Israël valt. Er zouden nog meer dan drieduizend bevelen tot vernieling op stapel liggen.

Inwoners van beide dorpen en hun aanhangers hebben gezworen terug te keren naar de site van de vernielde dorpen en zullen blijven proberen ze opnieuw op te bouwen. De Israëlische autoriteiten van hun kant hebben gewaarschuwd dat ze verdere actie ondernemen. “De recente plannen van de regering en de mate waarin geweld wordt gebruikt voorspellen langere en zwaardere confrontaties”, besluit Malkin.