‘Zwijg, bitch! Denk aan je kinderen’

In haar dertigjarig bestaan expandeerde de El Cerrejon-mijn in het noorden van Colombia tot de grootste producent van steenkool in Latijns-Amerika. En de expansie gaat verder; El Cerrejon wil jaarlijks 40 miljoen ton steenkool voortbrengen om die aan elektriciteitscentrales in Europa te verkopen. Wie zich tegen de mijn verzet, riskeert zijn leven.

© Raf Custers

Onderwijzeressen bekostigen vaak het schoolvervoer

‘Indianen nemen het met pijl en boog op tegen de grootste steenkoolmijn van Latijns-Amerika’. Zo verkocht de Argentijnse krant Clarin het verhaal van de wayuu, met op de koop toe foto’s van half-naakte en dus ongetwijfeld oorlogszuchtige krijgers.[1] Sensatie gegarandeerd.

Maar Clarin sloeg de bal mis. Zijn reportage ging over hoe de mensen van het gehucht Tamaquito-2 zich verzetten tegen de mijngigant El Cerrejon. Maar deze mensen hadden zich alleen maar fraai uigedost om Clarin’s fotograaf een plezier te doen.

Colombia is wel eens het meest gemetisseerde land van Latijns-Amerika genoemd. Inheemse mensen, Afro-descendientes en anderen zouden er nòg meer gemengd zijn dan in bij voorbeeld Brazilië.[2]

De wayuu vormen de grootste inheemse groep van het land. Ze leven vooral in het Noorden van Colombia en over de grens in Venezuela. Heel de koloniale geschiedenis zijn ze verguisd. Ook Simon Bolivar, de held van de onafhankelijkheid, was wat dat betreft geen haar beter dan de koloniale heersers.

In het hedendaagse Venezuela kunnen wayuu-kinderen naar het schijnt gratis naar school. Maar in Colombia kregen de wayuu, andere indigenas en metiezen het tijdens de burgeroorlog hard te verduren. En vandaag blijven ze outcasts. Brute pech was het dat uitgerekend zij zo talrijk de streek bewoonden waar El Cerrejon vanaf 1986 steenkool begon op te delven. De mijn stoot veelvormige hinder uit, en de niet-blanken voelen die het eerst.

‘Denk aan je kinderen, bitch’

Angelica Ortiz woont in Hatonuevo, aan de Westrand van de steenkoolmijn. Zij is wayuu van de Ipuana-clan. Ze draagt géén oorlogskleuren. Wanneer we elkaar spreken, staat ze in de keuken en maakt ze een stoofpot klaar. Angelica is één van de woordvoersters van Fuerza Mujeres Wayuu. De groep komt op voor de bescherming van de wayuu gemeenschappen.

© Joni Restrepo

Angelica Ortiz, van de Fuerza Mujeres Wayuu

Hier, in het departement La Guajira, de thuisbasis van El Cerrejon, verweert de vrouwengroep zich tegen de opdringende steenkoolmijn. Hun middelen zijn beperkt, al krijgen ze steun van mensenrechtengroepen uit de hoofdstad Bogota en uit het buitenland.

‘vermijd problemen, je hebt zulke mooie kinderen, stop met werken.’

Straks moet Angelica haar koffers pakken. Morgen reist ze naar Spanje voor een speakers-tour. In de woonkamer zit een jonger broer te tekenen. Hij maakt een prent van Hatonuevo waaruit duidelijk de omtrek van de steenkoolmijn spreekt en de intensiteit van het conflict met de bewoners rondom.

Angelica Ortiz is al vaak bedreigd, net zoals iedereen in Colombia die opkomt voor de rechten van de mensen, net zoals de andere leiders van de Fuerza Mujeres Wayuu. Hoe dat gaat? Op 13 december, terwijl ze in een vergadering zat, ontving Jakeline Romero Epiayu kort na elkaar vier tekstberichten op haar telefoon. Het eerste luidde: ‘vermijd problemen, je hebt zulke mooie kinderen, stop met werken’.

Er gaat geen week voorbij, ook niet nu in Colombia een vredesakkoord is getekend, of er wordt een activist vermoord.

Ook Jakeline Romero Epiayu behoort tot de Fuerza Mujeres Wayuu.[3] Het blijft niet bij bedreigingen. Er gaat geen week voorbij, ook niet nu in Colombia een vredesakkoord is getekend, of er wordt een activist vermoord. Op 7 januari sterft Aldemar Parra Garcia in El Hatillo, een dorp in het steenkoolbekken van hetnaburige departement Cesar. Hij wordt neergekogeld door twee gemaskerde mannen op ‘een motorfiets van het merk Discover, zonder kenteken’. Aldemar, 30 en vader van drie kinderen, was landbouwer, bijenhouder én een stem van de gemeenschapsraad van El Hatillo. De mensen hadden bescherming gevraagd na eerdere bedreigingen. Hun verzoek was in behandeling.[4]

‘Als je zo’n verantwoordelijkheid opneemt’, zegt Angelica, ‘verandert je leven.’ Voor mensen die het opnemen voor hun rechten is Colombia het derde moorddadigste land ter wereld. ‘Voor ons doet de regering niets’, zegt Angelica, ‘wij zijn niet bekend genoeg. Aan ons antwoorden ze: “jullie zijn een collectief, geen individu”’. En dus blijven de risico’s voor de wayuu-activistes groot. ‘Gelukkig is van onze groep nog niemand vermoord’.

Maar Angelica heeft Luis Socarras goed gekend die in 2010 thuis is doodgeschoten, nadat hij met zijn groep de trein van El Cerrejon had geblokkeerd. Hij werd doodgeschoten op de stoep voor zijn huis, enkele dagen vóór hij tijdens een hoorzitting zou bewijzen hoe lokale politici publiek geld hadden verduisterd.

Ancestrale kennis versus de experts van de mijn

‘Wij zijn onze gronden kwijt, we kunnen niet meer zaaien en oogsten, we kunnen geen kudden meer houden, we hebben niets meer’.

‘Colombia wordt bestuurd voor de locomotora minera y energetica, de mijn- en energie-industrie’, aldus Angelica Ortiz. ‘Zij vernielen ons territorium om onze natuurlijke rijkdommen weg te halen. Wij zijn onze gronden kwijt, we kunnen niet meer zaaien en oogsten, we kunnen geen kudden meer houden, we hebben niets meer’.

El Cerrejon, de mega-steenkoolproducent, heeft een uitgekiend MVO-programma: de mijn doet zogenaamd aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Daarmee houdt de onderneming controles van de overheid af. Want als er problemen zijn, dan lost El Cerrejon die zelf wel op, is de redenering.

In de praktijk vormt de mijnonderneming zo’n overmacht dat noch de individuen noch de gemeenschappen ertegen opgewassen zijn. El Cerrejon trekt altijd het laken naar zich. Al drie decennia breidt de mijn haar radius uit. Angelica Ortiz: ‘De wet voorziet dat er met de betrokken gemeenschappen wordt overlegd. Maar dat overleg verloopt louter administratief. Zij sturen een delegatie met antropologen, sociologen, psychologen, advocaten, professionals van de sociale wetenschappen, allemaal direct door de onderneming ingehuurd, terwijl wij daar met bewoners aan tafel zitten. Wij zijn geen experten. Wij hebben alleen maar onze ancestrale kennis, hoe we het land moeten bewerken, wanneer we moeten zaaien, hoe we in de hete zomers onze dieren moeten verzorgen, kennis die van generatie aan generatie is doorgegeven.’ Aan de onderhandelingstafel weegt die ancestrale kennis niet zwaar.

Als mensen moeten verhuizen, dan berekent de steenkoolfirma de compensaties en koopt haar expansie af. De mensen zwichten. ‘Je moet je kinderen te eten geven, je moet toch aan het levensminimum geraken’, zegt Angelica Ortiz in Hatonuevo. ‘Veel mensen tekenen zonder te weten wat er komt, zonder de verliezen in te schatten die ze op termijn zullen lijden’.

Peuters met stoflong

En toch. Luz Angel Uriana, 30, moeder van zes kinderen, neemt het bijna in haar eentje tegen El Cerrejon op. Haar zoontje Moises was 7 maanden oud toen bij het kind stoflong werd vastgesteld. Het jongetje is 3 nu. Het snakt naar zuurstof, het heeft paniekaanvallen, het zal nooit normaal kunnen ademen.

Luz Angel Uriana woont met haar man en kinderen in het Resguardo Provincial, een inheems “reservaat”. Eén van de putten van de steenkoolmijn is hun huis tot op anderhalve kilometer genaderd. De put heet Tajo-100. Het reservaat kent nooit rust. ‘s Nachts is de hemel verlicht, explosies doen het gesteente splijten, continu dreunen de machines. Er zitten scheuren in het huis van de Uriana’s. Maar ze weten van aanpakken en hebben er zelf een nieuw, aangenaam huis naast gebouwd van adobe, met bloemmotieven op de gevel.

© Raf Custers

Luz Angel Uriana en haar gezin in Resguardo Provincial

‘Mijn kind heeft recht van leven’, zegt Luz Angel. Ze is een juridische procedure begonnen tegen El Cerrejon, een accion de tutela, om langs gerechtelijke weg haar grondwettelijke rechten af te dwingen. Luz Angel: ‘kort nadat ik de accion de tutela ben gegestart, stonden er mensen van El Cerrejon aan ons huis. Of ik de procedure wilde stopzetten. We zijn toch buren, zeiden ze. Als ik mijn eisen introk, mocht ik vragen wat ik wilde, zij zouden het voor me regelen. Ik heb geweigerd. Ik vecht voor de gezondheid van alle kinderen die rond de steenkoolmijn van El Cerrejon wonen. Ik wil dat door de rechter wordt vastgesteld dat velen ziek zijn door de mijn’.

‘El Cerrejon houdt vol dat er hier geen vervuiling komt’, zegt Luz Angel. Maar als het stof in Moises’ longen niet van de mijn komt, van waar dan wel? De dokters leggen een direct verband, ‘een pediater heeft me gezegd dat als ik hier blijf wonen mijn kind nooit beter wordt. Verhuizen we, dan kan hij een normaal leven leiden. Maar waar moet ik heen? Ik ben van hier, ik wil helemaal niet weg’.

Als het klopt wat de artsen zeggen, dat in de streek veel kinderen ziek van de mijn, dan staat Luz Angel toch niet alleen, dan krijgt zij toch wel steun van anderen? Mijn vraag komt aan. Ineens is Luz Angel’s vertrouwen weg. Vertwijfeld, met een hand aan het voorhoofd, zegt ze: ‘Mijn vijf kinderen en mijn man zijn de enigen die met mij meegaan. Niemand anders. Niemand steunt ons, ook niet bij het gemeentebestuur. Maar mijn gevecht is niet voor mij alleen, het is voor hen allemaal. Als ik dit ooit win, zullen ze er allemaal beter van worden’.

‘Als een mijn alleen maar armoede, honger en droogte brengt, dan zou ze niet mogen bestaan’

Hoe kunnen deze mensen weer een leven leiden? Hoe moet het dan met dit makabere soort vooruitgang? Angelica Ortiz van de Fuerza Mujeres Wayuu: ‘Na dertig jaar maken we de balans op. Zolang deze onderneming hier is, hebben we alleen maar ziekten en armoede gezien. Ze hebben ons land gestolen, onze cultuur, want waar kunnen wij nog onze cultuur beoefenen? Als een mijn alleen maar armoede, honger en droogte brengt, dan zou ze niet mogen bestaan’.

Luz Angel Uriana: ‘El Cerrejon stikt in het geld. Ze kunnen alles en iedereen kopen. Ik ben hier geboren, in het jaar dat de mijn begon. Heel mijn leven heb ik drama’s gezien. Maar de mijn blijft ongestraft. Ik wil dat de mensen spreken, dat ze de wantoestanden aanklagen en opkomen voor hun rechten. Wij hebben het recht om te leven. Wij hebben het recht om te ademen. Dus, weggaan ? Nee ! Ik blijf. Dat El Cerrejon de putten sluit die ons ziek maken, dat is mijn streefdoel en mijn droom’.

[1] John Harold & Giraldo Herrera, Los Wayúu, la tribu colombiana que volvió al arco y la flecha para defenderse de una minera, Clarin, Buenos Aires, 10 oktober 2012.

[2] Zie bvb. William Ospina, Pa que se acabe la vaina, Planeta, Bogotá, 2013, 237 p.

[3] Amenazan de muerte a lideresa Wayuu Jakeline Romero, on-line notiwayuu, 16 december 2012.

[4] Assassination of community leader and mining critic in Cesar, Colombia, London Mining Network, 10 januari 2017.

Deze report kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos, Gresea en Soulpress.be

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Schrijver, journalist en onderzoeker

    Raf Custers is schrijver, historicus en journalist en publiceerde onder andere Grondstoffenjagers (2013) en De uitverkoop van Zuid-Amerika (2016).

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.