Ook oceaanverdrag moet wachten door coronavirus
De Verenigde Naties hebben gesprekken over een wereldwijd verdrag ter bescherming van de oceanen uitgesteld door het coronavirus. De beslissing kan goed nieuws zijn voor de oceanen, want ze geeft landen extra tijd om een compromis te zoeken.
Regeringen zouden in april een mondiaal verdrag sluiten om het leven te beschermen op zee buiten de nationale wateren. Dat deel van de oceanen, goed voor twee derde van de oppervlakte, is nauwelijks wettelijk beschermd.
Het ecosysteem komt er steeds meer onder druk door overbevissing, scheepvaart, plasticvervuiling en mijnbouw. Tegelijk ondermijnt de klimaatverandering via opwarmend water, stijgende zuurgraad en veranderende stroompatronen de veerkracht van de mariene biodiversiteit.
“Heel jammer, maar dit is de juiste beslissing”, schrijft Catherine Boucher, juridisch adviseur van de Canadese missie bij de VN, in een tweet. “We zullen terugkomen en onze onderhandelingen over dit belangrijke nieuwe verdrag ter bescherming van onze oceanen afronden”.
Geen consensus
Waarnemers en afgevaardigden hadden eerder hun bezorgdheid geuit dat de zitting eind maart de impasse tussen de landen niet zou kunnen doorbreken en dat er nog minstens één onderhandelingsronde nodig zou zijn. Een VN-document uit februari met voorgestelde wijzigingen in de ontwerpverdragstekst telde maar liefst 350 pagina’s.
“We willen het niet verpesten door haastwerk, en een vergadering met een laag aantal deelnemers helpt niet.”
Er zijn momenteel bijvoorbeeld weinig richtlijnen voor het afbakenen van beschermde mariene gebieden op volle zee. Die zijn volgens deskundigen nodig om het verdere verlies aan biodiversiteit te voorkomen. Het Marine Conservation Institute schat dat momenteel slechts 1,2 procent van de internationale wateren beschermd is.
Momentum
De onderhandelingen, die in september 2018 zijn begonnen, hebben tot dusver weinig vooruitgang geboekt op een aantal van die belangrijkste punten, zoals ook een beheerssysteem om de regels voor staten en bedrijven te doen naleven.
Sandra Schoettne, campaigner bij Greenpeace, hoopt dat het uitstel “het politieke momentum niet vertraagt” en dringt er bij de regeringen op aan “de extra tijd verstandig te gebruiken om een zo robuust mogelijk verdrag aan te nemen”.
“Een beetje meer tijd om een aantal verschillen op te lossen over de meer lastige aspecten van de onderhandelingen is geen slechte zaak”, zegt ook Callum Roberts, hoogleraar Mariene Bescherming aan de Universiteit van York. “We willen het niet verpesten door haastwerk, en een vergadering met een laag aantal deelnemers helpt niet.”
Genetische rijkdom
Een van de knelpunten in de onderhandelingen is de verdeling van de winsten uit genetische rijkdommen die op volle zee worden gevonden. Denk bijvoorbeeld aan gezondheidssupplementen die zijn ontwikkeld uit Antarctische krill of cosmetica van organismen die zijn gevonden rond hydrothermale bronnen op de bodem van de Stille Oceaan.
Ontwikkelde landen vinden over het algemeen dat bedrijven het meeste moeten profiteren van die vondsten, aangezien zij de investeringsrisico’s nemen. Armere landen zeggen dat ze een deel van de winst moeten krijgen.
Voor Peggy Kalas, directeur van de High Seas Alliance, is een van de belangrijkste vragen wie verantwoordelijk zal zijn voor de managementbeslissingen in beschermde gebieden op volle zee. “We kunnen niet eens voorspellen of verwachten wat er in de toekomst op volle zee zal gebeuren”, zegt ze, onder meer verwijzend naar geo-engineering. “We willen dat deze overeenkomst toekomstbestendig is.”
30 procent
Toch denkt Kalas dat, als de regeringen hun standpunten naar voren kunnen brengen voordat de besprekingen later dit jaar worden hervat, “deze vierde vergadering de laatste zou kunnen zijn”.
Maar de vertraging betekent ook dat de uitgestelde vergaderingen later dit jaar in een overvol VN-tijdschema rond biodiversiteit terecht te komen.
Zo zijn er bijvoorbeeld de voorbereidende gesprekken voor de VN-biodiversiteitstop in het Chinese Kunming in oktober. Daar moeten landen overeenstemming bereiken over een wereldwijd kader om de planten en dieren in het wild na 2020 te beschermen.
Een aantal landen heeft de oproep gesteund om ten minste 30 procent van de landen en zeeën van de aarde te beschermen om de vernietiging van de biodiversiteit van de planeet te stoppen. “Om ten minste 30 procent van de oceanen wereldwijd te beschermen, moet je ook de internationale wateren meenemen,” zegt Kalas. “En daarvoor heb je het mondiale oceaanverdrag nodig.”
Bron: Climate Home News
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws