Boeren VS melden grootschalige vervuiling door transgene gewassen

Van de Amerikaanse boeren die meededen aan het gisteren gepubliceerde onderzoek zei meer dan 80 procent zich zorgen te maken over de gevolgen van transgene gewassen voor hun bedrijf. 60 procent zei zich “grote zorgen” te maken.

Het Amerikaanse ministerie van Landbouw concludeerde twee jaar geleden dat er onvoldoende onderzoeksgegevens waren om te kunnen constateren op welke schaal besmetting plaatsvindt. Daarom was het ook niet mogelijk de kosten van besmettingsschade voor boeren die traditionele gewassen verbouwen goed in te schatten, klonk het. De nieuwe studie, uitgevoerd door Food & Water Watch en een organisatie van biologische boeren, wil dat hiaat opvullen.

“Het ministerie zegt niet over de juiste informatie te beschikken, maar het had er alleen maar om hoeven te vragen”, zegt Oren Holle, een boer uit Kansas en voorzitter van Organic Farmers’ Agency for Relationship Marketing (OFARM), de organisatie die bijdroeg aan het onderzoek. Volgens Holle is de regelgeving voor transgene gewassen niet in orde en gedraagt het ministerie zich “extreem” laks. “Wij vermoeden dat dat te maken heeft met de excessieve invloed van de biotechindustrie in de politieke wereld.”

Verantwoordelijkheid

De teelt van genetisch gemanipuleerde gewassen is in de afgelopen twintig jaar exponentieel toegenomen in de wereld, maar nergens zo snel als in de Verenigde Staten. In het midden van de jaren negentig kwam nog slechts 1 procent van de maïs en 7 procent van de sojabonen in de VS uit ggo-zaden. Vorig jaar was dat gestegen tot 90 procent bij beide gewassen.

Bijna de helft van de voor het onderzoek bevraagde boeren zegt niet te geloven dat transgene en traditionele gewassen probleemloos naast elkaar kunnen bestaan. Meer dan twee derde vindt dat ‘goed rentmeesterschap’ niet voldoende is om besmetting te voorkomen.

Hoewel er steeds meer rapporten komen die wijzen op besmetting van traditionele gewassen, richt de strategie van de overheid zich nog steeds op het stimuleren van ‘goed rentemeesterschap’ en goede communicatie tussen boeren onderling. Traditionele boeren zeggen echter dat deze praktijk ertoe leidt dat ze veel tijd en geld moeten investeren in het beschermen van hun gewassen. De boeren die transgene gewassen verbouwen, zouden hier nauwelijks verantwoordelijkheid in nemen.

Los van de reguliere kosten van testen en certificering moet er een bufferzone worden ingesteld om besmetting te voorkomen. Volgens het onderzoek kost alleen het in stand houden van die bufferzone een boeren tussen 2500 en 20.000 dollar per jaar aan gederfde inkomsten.

Holle zegt dat het geluid van biologische boeren en andere boeren die niet met transgene gewassen werken, de laatste tijd beter gehoord wordt omdat consumenten niet erg enthousiast zijn over genetisch gewijzigde gewassen. Alleen al in het afgelopen jaar werden er diverse pogingen ondernomen om producten waarin dergelijke gewassen verwerkt zijn, te labelen of verbieden.

Gisteren kondigden de twee grootste kruideniersketens aan geen genetische gemanipuleerde zalm te zullen verkopen. Zo’n 9000 andere winkels hebben ook aangegeven de zalm te weigeren. In de VS wordt nog gesproken over toelating van deze zalm

“Er zijn nog zo’n 35 andere soorten ggo-vis in ontwikkeling”, zei Friends of the Earth, een belangengroep, gisteren in een verklaring. Friends of the Earth hoopt dat het besluit om de zalm niet te verkopen, een precedentwerking zal hebben en dat voorkomen kan worden dat andere genetisch veranderde vis en dierproducten op de consumentenmarkt terechtkomen.