'Het huidige regime is bereid te moorden om aan de macht te blijven'

Oud-strijdmakkers van Daniel Ortega: ‘Er blijft vandaag nog maar weinig over van de revolutie in Nicaragua’

 

Public domain (CC 0)

Juli 1979: het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN) brengt de rechtse en pro-Amerikaanse dictator Anastasio Somoza finaal ten val. (op de foto: niet nader genoemde guerillero’s vieren hun overwinning in de stad León, niet ver van Managua)

Update 13 januari 2022:

Daniel Ortega werd op 10 januari opnieuw ingezworen als president van Nicaragua (en vierde daarmee meteen zijn twintigste verjaardag als president). Maar intussen stapelen de schandalen rond Ortega zich op. De Raad van de Europese Unie heeft eerder deze week sancties uitgevaardigd tegen familieleden van Ortega en vicepresident Murillo, voor ernstige schendingen van de mensenrechten, verkiezingsfraude en ondermijning van democratie en rechtsstaat.

De Nicaraguaanse president Daniel Ortega is begonnen aan zijn vierde opeenvolgende termijn. De Verenigde Staten en de Europese Unie erkennen de resultaten van de meest recente verkiezingen niet en leggen sancties op aan leden van zijn regering. MO* sprak in 2019 met drie oud-strijdmakkers van president Daniel Ortega. De revolucionarios van toen spaarden hun kritiek niet. ‘Ortega heeft komaf gemaakt met de grondwet, de onafhankelijke instellingen, burgerrechten en vrijheden.’

De sandinistische revolutie in Nicaragua, die komaf maakte met de toenmalige dictator Somoza, is meer dan veertig jaar oud. Maar vandaag heeft Daniel Ortega, toen revolutionair en vandaag president, zich zélf ontpopt tot dictator, zeggen tegenstanders. Vorig jaar waren er hevige protesten tegen zijn leiderschap, die bloedig onderdrukt werden.

Het is 19 juli 1979, en het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN), een marxistische guerrilla, brengt de rechtse en pro-Amerikaanse dictator Anastasio Somoza finaal ten val. 43 jaar lang hadden verschillende leden van de Somoza-familie Nicaragua bestierd als hun privé-eigendom. De bevrijding door de sandinistas stemde talloze Nicaraguanen hoopvol.

Vrijwel meteen ontstond in het Centraal-Amerikaanse land een nieuw conflict. Rechtse Nicaraguanen en oud-leden van de opgedoekte Guardia Nacional, het beruchte repressieorgaan van de Somoza’s, vormen een eigen guerrilla, op aansturen van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Die contrarevolutionairen moeten de sandinisten omverwerpen.

De opstand tegen een hervorming van de sociale zekerheid werd bloedig onderdrukt. Tienduizenden opposanten zijn intussen gevlucht.

De zogenaamde Contra-oorlog zal tien jaar aanslepen en aan 30.000 mensen het leven kosten. President Daniel Ortega en de zijnen kunnen in die jaren rekenen op heel wat sympathie in de wereld.

Vandaag handhaaft Ortega een ijzeren controle. Hij onderdrukte vorig jaar hardhandig de grote betogingen tegen een voorgestelde hervorming van de sociale zekerheid, die begonnen op 19 april. Daarbij vielen meer dan driehonderd doden, de meesten ongewapende betogers. Tienduizenden opposanten zijn intussen het land ontvlucht.

Wat blijft er nog over van de omwenteling in Nicaragua? Hoe links is de president nog? MO* sprak met oud-strijdmakkers van Daniel Ortega, die samen met hem de revolutie aanvoerden.

Comandante en minister, nu ondergedoken voor Ortega: Dora María Téllez

Dora María Téllez (63) verwierf internationale faam toen ze in 1978 op amper 22-jarige leeftijd een guerrillacommando aanvoerde dat het Nicaraguaanse parlement innam. De sandinisten wisten op die manier gegijzelde parlementsleden in te ruilen voor gevangen strijdmakkers.

public domain (CC 0)

Dora María Téllez (met baret en ruitjeshemd, hier in León, 1979) was amper 22 toen ze een guerrillacommando aanvoerde dat het Nicaraguaanse parlement innam.

In de jaren 1980 dient Téllez als minister van Gezondheid voor het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN), hetrebellenleger dat na 1979 vervelt tot regeringspartij. Ze komt onder meer op voor LGBT-rechten in Nicaragua.

In 1995 brak Téllez met het FSLN om de partij Movimiento Renovador Sandinista (MRS) te stichten, die de sandinistische ideologie (genoemd naar de historische verzetsheld Augusto Sandino die Amerikaanse troepen uit Nicaragua verjaagde) opnieuw wil democratiseren. Diezelfde MRS is vandaag verboden.

Sinds ruim een jaar leeft Dora María Téllez ondergedoken: de herhaalde doodsbedreigingen en intimidaties door knokploegen trouw aan de regering waren haar onhoudbaar geworden. Ze komt haar schuiladressen niet uit.

‘Zo leven alle Nicaraguanen vandaag: als gevangenen, geïntimeerd en bespioneerd’, zegt ze via Skype. ‘Om die reden zijn meer dan 70.000 Nicaraguanen het land ontvlucht: de vervolging werd onhoudbaar.’

Welke verwezenlijkingen blijven er nog over van de sandinistische revolutie van 1979?

Jorge Mejía Peralta (CC BY 2.0)

Dora María Téllez (foto uit 2008) leeft sinds een jaar ondergedoken, na intimidaties en doodsbedreigingen door knokploegen van de regering. ‘Er blijft nog maar weinig over van de revolutie.’

Dora María Téllez: Het is eigenlijk deels de merite van de revolutie dat zoveel mensen vandaag hun burgerschap uiten: de opstand van vorig jaar was een oefening van het burgergeweten en organisatorisch kapitaal dat wij hebben opgebouwd. Dat ligt allemaal in het verlengde van de sandinistische revolutie: het ontstaan van mensenrechten, die niet bestonden onder de Somoza-dictatuur.

Maar daarnaast blijft er nog maar weinig over van de revolutie. De dictatuur van Daniel Ortega heeft komaf gemaakt met de grondwet, de onafhankelijke instellingen, burgerrechten en vrijheden. Dat is de realiteit.

Het is erger gesteld met het land dan voor de revolutie in 1979. We leven opnieuw onder een brutale, repressieve en criminele dictatuur die op grote schaal mensenrechten heeft geschonden. Dat is hand in hand gegaan met de creatie van een nieuwe financiële elite die het presidentenpaar omringt.

Hoe ervaart u de veertigste verjaardag van de revolutie die u mee aanvoerde?

Dora María Téllez: Het ligt me zwaar op het hart dat tienduizenden Nicaraguanen — jongeren, vrienden, geliefden van mij — het leven lieten om zoveel jaar later op dit punt te eindigen. Ik voel dat aan als een bloedige farce.

‘Ortega heeft het sandinisme helemaal verwrongen, opgeblazen en vergiftigd.’ Dora María Téllez

Beeld je in: een nieuwe dictatuur aangevoerd door een oude strijdmakker, die in de naam van het sandinisme een criminele bende heeft opgericht. Dat komt hard aan.

Tegenstanders van Ortega benadrukken dat er een verschil is tussen het historische sandinisme en het ortegisme.

Dora María Téllez: Veel mensen maken helaas het onderscheid niet. Het ortegisme kent geen principes. Een ware sandinist verdedigt de democratie, sociale rechtvaardigheid en soevereiniteit.

Wat Ortega heeft opgetuigd, is een parasitaire politieke structuur die erop gericht is de macht van zijn familie te consolideren. Ortega heeft het sandinisme helemaal verwrongen tot iets onherkenbaars en heeft zijn legitimiteit helemaal opgeblazen. Ortega heeft het sandinisme vergiftigd.

Ortega liet recent politieke gevangen vrij: betogers die het voorbije jaar werden opgepakt, van terrorisme beschuldigd en in sommige gevallen veroordeeld tot straffen van veertig jaar. Waarom, denkt u?

Dora María Téllez: De vraag zou moeten zijn: waarom zaten al die mensen eigenlijk vast? Omdat ze op straat kwamen om te betogen? Ze zouden nooit opgesloten mogen zijn.

Maar Ortega voelt vast en zeker de internationale druk. Nicaragua is Venezuela niet: het heeft geen olie, geen zilver- of kopermijnen, niet veel mogelijkheden om zich van de buitenwereld af te sluiten en zijn eigen boontjes te doppen.

We hangen af van handel en buitenlandse investeringen. Maar wie wil hier komen investeren of een ngo oprichten onder de huidige omstandigheden, zonder rechtsgaranties? Dus moet Ortega wel op de een of andere manier de druk van de ketel halen.

De veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Donald Trump, John Bolton, plaatst Nicaragua in een zogenaamde ‘trojka van tirannie’, naast Cuba en Venezuela. Bent u het daarmee eens?

Dora María Téllez: Maduro zit in Venezuela een tirannie voor. De Cubanen worden ook erg onderdrukt. Cuba is een grote gevangenis, en is dat al vele jaren zo. We kunnen onze ogen daar niet voor sluiten, of het internationaal links — mezelf inbegrepen — nu bevalt of niet. Op sociaal vlak was Cuba een voorbeeld voor mij, maar uiteindelijk kan je niet anders dan je afvragen of universeel basisonderwijs wel opweegt tegen het totale gebrek aan basisvrijheden.

Hoe glijden de zelfverklaarde sociale projecten in Cuba, Venezuela en Nicaragua uiteindelijk af naar dictatuur? Waar gaat het mis volgens u?

Dora María Téllez: De zwakke instituties van die landen waren niet gewapend tegen de autoritaire neigingen van personen zoals Chávez, de Castro’s en Ortega. Als je Trump zijn gang laat gaan zonder sterke overheidsinstellingen als tegengewicht, dan gaat het met de VS dezelfde kant uit. In Europa zijn er ook zulke leiders geweest, Silvio Berlusconi bijvoorbeeld, maar uiteindelijk functioneren de instellingen wel en kunnen die leiders niet ongestoord hun gang gaan.

‘Het systeem is verworden in een dociel instrument dat de belangen van de familie Ortega dient.’
Dora María Téllez

In Nicaragua houdt geen enkele rechter Ortega nog tegen. Politieagenten weigeren ook niet om op ongewapende burgers te schieten. Het institutionele systeem werkt gewoon niet meer, het is verworden tot een dociel instrument dat de belangen van een familie dient. In Nicaragua mag je zelfs niet meer met een vlag op straat. De politie kan je meenemen omdat je het volkslied zingt (want vlag en volkslied zijn een uiting van protest geworden, red.). Er is geen wet meer, enkel de machtswillekeur.

Wat is de weg vooruit? Staat de oppositie wel sterk genoeg voor vervroegde verkiezingen in 2020 of het jaar nadien?

Dora María Téllez: Er moeten propere en transparante verkiezingen gehouden worden. Maar zolang Ortega aan de macht is, is dat onmogelijk, omdat hij geen correcte verkiezingen kan garanderen. Daarvoor moet je vrije meningsuiting genieten, vrije pers, recht op betogen, vrije organisatie van partijen. Allemaal onbestaand, momenteel.

Het regime zit in zijn laatste doodsstrijd, maar die kan nog lang aanslepen en vooral veel pijn doen. Het regime is ingestort maar het puin te ruimen zal nog wel even duren.

De vraag is hoe het eindigt. Dit is IJsland niet, waar mensen drie dagen op straat komen en de eerste minister prompt opstapt. Het regime is bereid te moorden om aan de macht blijven.

De minister die ‘verrader’ werd: Luis Carrión

In de jaren 1970 en 1980 is Luis Carrión (66) een van de negen comandantes aan het hoofd van het FSLN. Tussen 1988 en 1990 dient Carrión als minister van Economie onder president Daniel Ortega. Carrión geniet in die tijd de reputatie een pragmaticus en een intellectuele sterkhouder te zijn in de rangen van de sandinisten.

In 1995 stapt Luis Carrión uit de politiek, gefrustreerd door een Daniel Ortega die binnen het FSLN steeds meer macht naar zich toe trekt. Tien jaar later gaat hij op een kieslijst staan voor de partij Movimiento Renovador Sandinista (MRS), de partij die mee door Dora María Téllez werd opgericht en intussen verboden werd.

Jorge Mejía Peralta (CC BY 2.0)

Luis Carrión (hier op een bijeenkomst in 2008, het jaar dat oppositiepartij MRS — waar hij op de lijst stond — verboden werd)

Net als andere oud-medestanders van Ortega die de president regelmatig op de korrel nemen, ondervindt ook Carrión de bittere verdeeldheid in Nicaragua aan den lijve. Zo ontvangt hij naar eigen zeggen regelmatig doodsbedreigingen. Zijn dochter heeft politiek asiel aangevraagd in de VS: de naam Carrión, door regeringsaanhangers als die van een verrader beschimpt, maakte haar het leven onmogelijk.

Toch acht Luis Carrión het tot dusver niet nodig het land te verlaten. We spreken Carrión bij hem thuis in een rustige buitenwijk van Managua.

Eerst de geschiedenis. Wat is er vandaag overgebleven van de verwezenlijkingen van de sandinistische revolutie?

Luis Carrión: Vanuit politiek oogpunt valt er niets te redden. We leven onder een dictatuur die gewelddadig is, repressief, met een totalitaire hang, en die wordt aangevoerd door een van de leiders van de revolutie. Ortega heeft het FSLN als partij helemaal uitgehold, en het als machine ten bate van de familiale macht ingeschakeld.

Het democratiseringsproces dat na 1990 (het einde van de Contra-oorlog, red.) ontstond in Nicaragua, heeft Ortega helemaal geliquideerd. Hij heeft de hele staat aan zijn controle onderworpen. Alle tegengewicht is uitgeschakeld. Dat is de balans.

Nu, de revolutie sorteerde een belangrijk sociaal effect op twee vlakken. Ten eerste maakten we onderwijs toegankelijk voor de massa’s. Voordien was de helft van de bevolking ongeletterd, wij brachten dat aanzienlijk terug. Het belang dat de maatschappij vandaag aan onderwijs hecht, is deels de merite van de sandinisten. De keerzijde is dat het onderwijs uiterst gepolitiseerd was en diende als een indoctrineringsmechanisme. Bovendien ging de kwaliteit erop achteruit, en dat is ook vandaag nog een probleem.

Ten tweede boekten we grote vooruitgang met de gezondheidszorg. We vaccineerden tal van Nicaraguanen, daar was een hoge nood aan. In de jaren 1980 werd polio, die endemisch was, zowat uitgeroeid. Kindersterfte werd gehalveerd. Wij tuigden een systeem op dat publiek en geïnstitutionaliseerd was, met als doel de verbetering van de publieke gezondheid. Dat werd de verantwoordelijkheid van de staat, voor het eerst in onze geschiedenis.

‘De democratie organiseren was nooit onze bedoeling. Sterker nog: wij perkten ze net in. We legden de vrije meningsuiting aan banden en stigmatiseerden de oppositie.
Luis Carrión

Verder haalde de revolutie veel mensen uit het anonimaat en de marginaliteit, niet zozeer socio-economisch dan wel spiritueel. Burgers kregen de kans zich te organiseren en te participeren, kortom, iemand te zijn. Mensen werden zich bewust van hun rechten en gingen op hun strepen staan. Zelfs bedrijfsleiders werden sociaal voelend en gooiden het roer om.

Tegelijk voelden anderen zich beknot in hun rechten. We beperkten de politieke ruimte van opposanten. We verboden arbeidersprotesten met het argument dat ze contrarevolutionair waren.

Sommigen zeggen dat de sandinisten de democratie gecreëerd hebben in Nicaragua, door in 1990 vrije verkiezingen te houden en hun verlies te aanvaarden. Klopt dat?

Luis Carrión: De democratie organiseren was hoe dan ook nooit onze bedoeling. Sterker nog, wij perkten ze net in. We legden de vrije meningsuiting en politieke partijen aan banden, en we stigmatiseerden de oppositie, door eender welke criticus te bestempelen als contrarevolutionair. Net zoals aanhangers van Ortega betogers vandaag als “coupplegers” bestempelen.

Maar in de jaren 1980 was er een breed draagvlak voor meer democratie. De revolutie was eigenlijk de katalysator van een hele reeks sociale bewegingen die zich eerder niet konden laten horen, hoewel dat niet noodzakelijk ons doel was. Het deksel ging er opeens af. Dat is de onbedoelde erfenis van de revolutie.

De sandinisten beloofden in de jaren 1980 bevrijding, maar die sloeg al snel om in dictatuur. Hoe verklaart u dat?

Luis Carrión: Daar zijn verschillende redenen voor: historische, ideologische en politieke. De geschiedenis van Nicaragua wordt gekenmerkt door cycli van dictatuur en revolutie. Zo ontstaat een cultuur van: als jij het voor het zeggen hebt, dan heb jij het voor het zeggen, punt. De macht laat zich voelen of ze is niet. En ze deelt zich niet. Dat is altijd zo geweest. Ook het gecentraliseerde Cubaanse model oogstte erg veel bijval bij ons.

Daarnaast moet een clandestiene organisatie die tegen een dictatuur vecht, een aantal eigenschappen bezitten om succesvol te zijn. Ten eerste is centralisering van groot belang: wie ondergedoken en onder constante dreiging leeft, kan geen uitgebreide politieke en ideologische debatten voeren. Ten tweede: ijzeren discipline.

‘Als het je zoveel heeft gekost, dan geef je de macht niet zomaar uit handen.’
Luis Carrión

Ten derde: beperkte informatievoering. Als een strijder gevat wordt, kan hij maar weinig informatie prijsgeven. Dat waren deugden en basiseisen in de strijd tegen Somoza. Voor een regering zijn die antidemocratisch. Het FSLN organiseerde zich na de revolutie op een heel gelijkaardige manier als ervoor.

Nu, als iemand zo lang strijd levert, lijdt en naasten verliest, gefolterd wordt, in de gevangenis zit en dan opeens de macht krijgt, als het je zoveel heeft gekost, dan geef je de macht niet zomaar uit handen. Bovendien werden we al die tijd meedogenloos belegerd door de VS: politiek, diplomatisch, militair en economisch. Heel de jaren 1980 voelden we ons alsof we op de rand van de afgrond stonden. Die belegeringsmentaliteit is niet heel bevorderlijk voor politieke tolerantie.

Hoe heeft u Ortega als mens ervaren? Hoe zit hij in elkaar?

Luis Carrión: Niemand uit het partijbestuur, ikzelf inbegrepen, was ooit echt bevriend met hem. Daniel Ortega is een teruggetrokken eenzaat die vandaag opgesloten in zijn fort leeft. Al in de jaren 1980 begaf hij zich maar amper in het openbare leven: naar een restaurant, de bioscoop of de supermarkt gaan, dat deed hij gewoon niet, en nog minder vandaag.

Al heel vroeg zag Ortega zichzelf als de messias van de revolutie, die als enige ordeelde wat wel en niet revolutionair was. Doorheen de jaren heeft dat zijn uiterste bereikt.

Ortega is ook een erg wantrouwig man. Daarom heeft hij een familiale machtsconcentratie opgebouwd rond de mensen die hij vertrouwt. Alle anderen zijn inwisselbaar en kunnen morgen aan de kant geschoven worden. Hij voelt bovendien geen scrupules om geweld te gebruiken om zijn politieke doelstellingen te verwezenlijken.

Niemand van ons was ooit echt bevriend met Ortega. Hij is een teruggetrokken eenzaat die opgesloten in zijn fort leeft.
Luis Carrión

Voor Ortega is de macht an sich van tel, ook al doet hij er niets constructiefs meer mee. Hij voelt dat hij persoonlijk gevaar zou lopen als hij opstapt, en al helemaal na het voorbije jaar. Er is geen weg terug. Dat dicteert zijn gedrag.

Ondanks de enorme prijs voor het land en zelfs voor verschillende mensen uit zijn naaste omgeving houdt hij koortsachtig vast aan de macht. Daarom is het zo moeilijk voor hem om verkiezingen te accepteren, want die zijn uiteraard een bedreiging voor zijn macht.

Hoe ziet u de rol van de Verenigde Staten vandaag? Zijn ze oprecht bezorgd om de democratie in Nicaragua?

Luis Carrión: Het is clarísimo, overduidelijk, dat de VS enkel bezorgd zijn om democratie binnen hun eigen grenzen. De Amerikanen behartigen hun eigen belangen, en die veranderen bovendien regelmatig. De ene dag ben je hun vriend, de andere niet meer. Historisch gezien hebben ze de meest verschrikkelijke dictaturen ter wereld gesteund.

Maar goed, wat mij interesseert, is Nicaragua en we moeten profiteren van de gunstige wind vanuit Washington. Ik ga de sancties tegen Nicaragua en de hardere aanpak van de VS niet veroordelen.

Ik vermoed dat Nicaragua niet bepaald hoog op de prioriteitenlijst staat. Het Midden-Oosten, dát speelt, samen met China, Rusland en misschien Venezuela, en dan nog. Trump praat bovendien veel, maar is niet altijd bereid de daad bij het woord te voegen.

Recent liet Ortega politieke gevangenen vrij. Hoe verklaart u die ommezwaai?

Luis Carrión: Echt vrij zijn ze niet, want ze worden systematisch geïntimideerd door politie en paramilitairen. Ortega voelt allicht dat hij opnieuw voldoende controle heeft om zich te kunnen veroorloven de gevangenen vrij te laten. Maar volgens mij wil Ortega de internationale consensus voor sancties verzwakken. Hij kan ze gebruiken als een stuk in zijn internationale schaakspel.

Mónica Baltodano: gefolterde guerrillera botste met Ortega

Mónica Baltodano (64) nam in 1974 de wapens op bij de sandinistische guerrilla. In 1977 werd ze gevat door de beruchte Guardia Nacional van dictator Somoza. Baltodano werd regelmatig gefolterd tijdens haar negen maanden durende gevangenschap.

Toen ze vrijkwam, ging ze aan het hoofd staan van de stedelijke guerrilla in de hoofdstad Managua. Ze leidde mee het finale offensief dat Nicaragua van de dictatuur zou bevrijden. In 2005 stapt ze definitief uit het FSLN, na jaren wrijving met Ortega.

Baltodano is auteur van verschillende geschiedkundige standaardwerken over de revolutie. Daarnaast is ze directrice van milieu-ngo Popol Na, die zich verzet tegen de komst van een nieuw Panamakanaal door Nicaragua.

Eind vorig jaar kwamen Mónica Baltodano en haar familie onder grote druk te staan. De politie viel binnen in de kantoren van de ngo, waar ook haar dochter Mónica Augusta werkt. Baltodona’s broer Ricardo, een kritische universiteitsprofessor en medeoprichter van de sandinistische jongerenafdeling, kwam finaal in botsing met Ortegaen werd opgepakt. Haar dochter vlucht naar Costa Rica.

Via sociale media en op overheidskanalen circuleren geruchten dat Baltodano de ‘staatsgreep’ (zoals de regering de protesten van april noemt) zou steunen met geld van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Hoewel ze het land niet ontvlucht is, mijdt ze vandaag het openbare leven. We spreken Baltodano in de kantoren van ngo Popol Na.

© Arthur Debruyne

Is Daniel Ortega nog een echte, linkse sandinist? Monica Baltodano: ‘In de praktijk staat hij een heel pragmatisch vrijemarktbeleid voor. Vanaf het begin gooide hij het op een akkoord met het grootkapitaal om zijn macht te consolideren.’

‘Het is een constant afwegen: moet ik onderduiken of niet?’, zegt Baltodano. ‘Ik kan onmogelijk een geïnformeerde beslissing nemen, want er zijn vandaag geen duidelijke regels meer. Het regime kan eender wat doen. Verstop ik vandaag mijn belangrijke documenten en computers? Als ik morgen opgepakt word, nemen ze alles in beslag.’

‘In de strijd tegen Somoza was alles duidelijker. We voerden een gewapende strijd, met hechte ondergrondse netwerken. Nu leven we in absolute onzekerheid.’

Ortega zegt dat reactionaire, imperialistische krachten met Nicaragua een van de laatste linkse bastions in Latijns-Amerika willen vernietigen. U stelt dat hij vandaag zelf allesbehalve links is.

Mónica Baltodano: Sinds Ortega in 2007 opnieuw aan de macht kwam, heeft hij het erg slim gespeeld. Hij voert in feite een ultrarechts beleid, maar met een linkse retoriek en met maximaal gebruik van alle sandinistische symboliek.

In de praktijk staat hij een heel pragmatisch vrijemarktbeleid voor. Al van bij het begin gooit hij het op een akkoord met het grootkapitaal om zijn macht te consolideren. Het spreekt boekdelen dat Ortega (tot voor kort, red.) uitstekende relaties onderhield met de VS. Zijn economisch beleid viel in de smaak bij de Amerikanen: vrijhandel, liberalisering, versoepeling van buitenlandse investeringen, vlotte werking van multinationals, grondstoffenontginning wars van ecologische bezorgdheden, enzovoorts.

‘Het mag dan wel een klootzak zijn, maar hij is ónze klootzak’
Oud-VS-president Franklin Roosevelt over Somoza

Ook voor zijn veiligheidsbeleid krijgt hij punten. In vergelijking met Guatemala, El Salvador en Honduras lijkt Nicaragua stabiel, wars van bendegeweld en drugstrafiek. Nicaragua voert ook een streng migratiebeleid. De Amerikanen kunnen zich niet beter dromen.

Ik schrok me dus een hoedje toen de Amerikaanse veiligheidsadviseur John Bolton kwam opdraven met die fameuze communistische ‘trojka van tirannie’ in Latijns-Amerika, met nog Cuba en Venezuela: Nicaragua communistisch? Kom nou. Ortega betoont zich links, maar drukt alle linkse alternatieven voor het FSLN de kop in, omdat hij vanuit die hoek blootgesteld wordt aan pijnlijke kritiek.

Ortega stemt wel tegen Amerikaanse belangen in de Organisatie van Amerikaanse Staten en tiert over imperialisme. Maar een Amerikaanse ambassadeur in Nicaragua zei daarover eens: “Het baart ons geen zorgen wat meneer Ortega zegt, zolang zijn daden maar stroken met onze belangen.” Ofwel: blaffende honden bijten niet.

De Amerikaanse president Roosevelt zei over Somoza: “Het mag dan wel een klootzak zijn, maar het is onze klootzak.” Zo dachten ze over Ortega. Maar sinds 18 april is hij opeens aangebrand. Tien jaar lang lieten de Amerikanen geen slaap om de democratie in Nicaragua, maar nu vervult Ortega niet langer de rol van stabilisator in de regio.

Lange tijd bestond er veel enthousiasme over de economische groei van Nicaragua, die als voorbeeld voor de regio werd gezien. Zowel arbeiders als bedrijfsleiders leken tevreden. Hoe kreeg Ortega dat gedaan?

Mónica Baltodano: Dankzij de financiële steun vanuit Venezuela, die tot 500 miljoen dollar per jaar bedroeg. Een regering die sociaal beleid wil voeren, moet belastingen heffen. Omdat dat niet nodig was, bleef de privésector erg tevreden.

Ortega schenkt Nicaraguanen een dak, een koe of nog een varken. Critici noemen het cliëntelisme, maar het verzekert aanhang. Dankzij de Venezolaanse hulp kon Ortega vooral veel wegen bouwen en dat is enorm populair in afgezonderde regio’s. Het versterkte de perceptie onder niet-sandinisten dat het land goed boerde onder Ortega.

Waarom slaap laten over stembusfraude en de centralisering van de macht als iedereen geld verdient?

Mónica Baltodano

Waaruit bestond die economische groei? Banen in fabrieken die het minimumloon betalen, die mensonwaardig en allesbehalve duurzaam zijn, waar arbeidsreglementen niet gerespecteerd worden. Een groot deel van de groei bestaat uit het geld dat migranten naar huis sturen en uit buitenlandse investeringen.

Bovendien surften we op de commodity boom in Zuid-Amerika — goede prijzen in de koffie, vlees en goud. Mazzel, met andere woorden. Dat voedde de idee dat Nicaragua het wonderwel deed, en zowat de beste cijfers van Latijns-Amerika kon voorleggen.

Wat een minderheidsgroep altijd al aankaartte, was de democratie. Maar de democratie, daar eet je niet van, dat is niet belangrijk, zo stelden bedrijfsleiders. Waarom slaap laten over stembusfraude en de centralisering van de macht als iedereen geld verdient?

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
Wat is vandaag de strategie van Ortega? Hoe probeert hij het tij te keren in Nicaragua?

Mónica Baltodano: Ortega timmert vastberaden aan zijn comeback. Hij tracht vooral de publieke opinie te keren door sterk op propaganda in te zetten. Overal in het land gaan partijgetrouwen van deur tot deur om de geesten te masseren. In een land waar een aanzienlijk deel van de bevolking nog steeds geen toegang heeft tot sociale media, is directe communicatie uiterst belangrijk.

Bovendien controleren de Ortega’s alle open tv-kanalen: die zenden onafgebroken een alternatieve realiteit uit. Zo tracht hij langzaam de schade te herstellen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Freelance journalist

    Arthur Debruyne (1986) publiceerde als reizend journalist verhalen bij MO*, De Tijd, De Morgen, De Standaard en De Groene Amsterdammer, voornamelijk over mensenrechten en migratie.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.