Pleidooi voor de imperfectie

Het is een hele geruststelling, te weten dat we in wezen imperfect en falend zijn. Het gestuntel en gestotter dat daarmee samenhangt, maakt ons mooi.

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

Terwijl ik dit schrijf, is mijn vakantie net begonnen. Misschien is een vakantie een goede plek om na te denken over de woorden. Ook om na te denken met de woorden. (Ik voeg hier nu maar geen foto toe van de stapel boeken die geduldig en minzaam op mijn ogen wacht…)

Met het ouder worden denk ik het vaker, en als het vakantie is al helemaal. Dat ik verlang naar zachte woorden, voorzichtig uitgesproken. Woorden die hun weg zoeken op de tast. Ik voel me steeds minder goed bij de roepcultuur van velen, bij het opbod in forse woorden, bij het zie-mij-eens-stoer-doen. Er zijn zonder twijfel redenen genoeg om verontwaardigd te zijn. Het onrecht in de wereld verdient geen gesloten ogen. Maar ook met zachte woorden kun je harde dingen zeggen, als dat aan de orde is. En wanneer het niet nodig is nog veel woorden toe te voegen aan de soms eindeloze stroom van meningen, die soms sneller geuit worden dan ze gedacht waren, kun je ook gewoon zwijgen. Of kun je met je handen het stof van het neerdwarrelende gebabbel opzijschuiven om plaats te maken voor de naakte woorden van een zinderend gedicht.

Er zijn zonder twijfel redenen genoeg om verontwaardigd te zijn. Maar ook met zachte woorden kun je harde dingen zeggen, als dat aan de orde is.

Misschien is de vakantie een mooie plek voor enige woordnederigheid. Vergeef me dus maar als ik in deze tekst even geen zin heb in grote meningen. En dat van die zachte en voorzichtige woorden, ook mij lukt het zo vaak niet. Er zijn genoeg van de mij dierbare mensen die dat zullen kunnen bevestigen. Misschien zullen ze het mij wel vergeven. Soms lukt het om niet te falen, en dat is al een troost.

Er is een stilte tussen de woorden. In die stilte kun je de woorden zien. Je zit na te denken over de belangwekkende vraag hoe je haar zou moeten zeggen dat je haar mist. En het is alsof je de woorden in je handen weegt. Zijn ze te zwaar? Zijn ze te direct? Hoe zal het licht zijn als de woorden bij de bestemmelinge aankomen? Die ervaring kan je iets leren, een nederige verwondering. Waardoor je op andere momenten misschien wel voorzichtiger omgaat met de woorden.

Vorige week, terwijl ik in de trein zat, dacht ik aan mijn grootvader. Hij was niet zo van de grote woorden. Ik vond het heerlijk om met hem te kunnen zwijgen. Ik herinner me dat we vele uren samen onderweg waren. ‘Rijden we nog eens weg?’ Dat vroeg hij, en dan gingen we samen fietsen, in telkens grote cirkels rond het dorp. In mijn herinnering waren dat stille momenten, maar misschien taterde ik wel de helft van de tijd, en knikte hij daarop telkens weer. Maar in mijn hoofd, zoals ik het nu zie, was het weggaan naar de stilte van een landschap, om terug te kunnen komen naar de woorden. Iets met vakantie dus. Mijn grootvader zou nu 117 zijn, ik mis hem wel, eigenlijk.

Misschien is het goed om in de vakantie na te denken over het zoeken naar mooie woorden en naar de dingen waar ze voor staan. Zo is er het woord geliefde. Het is een woord dat ervoor zorgt dat je even halthoudt in het soms onbegrijpelijke en verwarrende kluwen dat het leven is. Ook daarom is het woord mij zeer genegen. Woorden kunnen iets, en daarom is het goed dat we leren ze voorzichtig aan te raken. Dat helpt bij het falen met gratie.

Enkele dagen geleden had ik een fijn gesprek met een wonderlijke jongen. Hij stelde dat de mens merkwaardig fout in elkaar zit. Als je een hand verliest, groeit die niet zomaar weer aan. Die vaststelling is volgens hem het bewijs dat we een toeval zijn of dat god niet bestaat. Want god zou niet iets maken dat zo imperfect in elkaar zit.

Ik probeerde hem uit te leggen hoe eindeloos mooi dat is, dat we niet perfect zijn, dat we eindig zijn. Het is, denk ik, moeilijk om die oneindig veel vormen van kunst in de wereld te begrijpen zonder de eindigheid. Je kunt op heel veel manieren naar kunst kijken, maar het zoeken naar iets dat zich een beetje onttrekt aan de zwaartekracht van het leven is er toch een van. De ervaring van onze eindigheid zet ons aan tot mooie dingen. De liefde, om maar iets te noemen. Als ik vandaag de woorden niet vind, en dus niet aan haar zeg dat ik haar mis, kan het morgen te laat zijn. Misschien krijg ik wel een meteoor op mijn kop of word ik brutaal omvergelopen door Donald Trump, met blijvende hersenschade tot gevolg.

Stel je voor dat die woorden haar nooit zouden bereikt hebben, het zou een niet te dragen gedachte kunnen zijn. De liefde heeft de vergankelijke tijd nodig, en in dat besef raken we elkaar aan, en wordt het even stil in ons hoofd. Het is ook daar dat we elkaar mislopen, dat we net niet de dingen zeggen die we hadden moeten zeggen. Het is daar dat we twijfelen en ons afvragen of wij wel de liefde van een ander waard zijn. Kunst kan ons iets daarvan laten zien. (Uit de eindeloos veel mooie liedjes waar ik aan zou kunnen denken, komt nu ineens het mooie Simple Twist of Fate van Bob Dylan in mijn hoofd.)

Het leven is te kort om achteloos om te gaan met de woorden. Soms is stotteren beter dan roepen.

We zijn falende en stotterende wezens, en gelukkig maar. Misschien worden de verhalen die we met onze handen kunnen vertellen wel veel mooier omdat we weten dat die handen niet zomaar weer aangroeien als ze af zouden vallen. Verhalen ontstaan alleen maar in de tijd die voorbij gaat, al verlangen ze naar iets buiten de tijd.

Misschien is het goed dat we af en toe met nederigheid en liefde naar de woorden kijken. Het leven is te kort om achteloos om te gaan met de woorden. Soms is stotteren beter dan roepen. Soms is het goed om telkens opnieuw te beginnen met die zin die je naar je geliefde zou willen sturen.

Ik weet niet of god bestaat. Ik denk het niet eigenlijk. Maar ik hoop voor alle anderen van wel natuurlijk. Of god er iets mee te maken heeft of niet, of we nu toeval zijn of een schitterend ongeluk, wat ben ik blij dat we imperfect zijn. Zo kunnen we nog een tijdje aanmodderen, zoekend naar de goede woorden, en gedoemd om die nooit echt te vinden. Oef!

Vakantie dus.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.