Vredesoverleg maakt geen einde aan mensenrechtenschendingen Ivoorkust

Op 2 april werden de lichamen van de Hyacinthe Kah, Adama Moussa Touré en Aboudramane Samassi gevonden in de wijk Abobo in Abidjan. De drie mannen werden enkele dagen voordien opgesloten in het politiebureau in het Plateaugebied van Abidjan, de commerciële hoofdstad van Ivoorkust in het door de regering gecontroleerde zuiden van het land. De mannen werden ervan beschuldigd de rebellen te steunen die na de mislukte coup van 2002 de touwtjes in handen hebben in het noorden van het land. Op de lichamen van twee van hen werden sporen van mishandeling gevonden, zegt ONUCI.

Leden van politieke organisaties of personen die zouden sympathiseren met die organisaties, werden ook belaagd. De leider van oppositiepartij Parti Démocratique de Côte d’Ivore (PDCI), Jean-Marie Gervais Kacou, werd op 16 juni lastiggevallen voor zijn huis. Vier dagen later werd oud-minister Jerome Sery Assia, ook een PDCI-lid, in zijn huis vastgebonden en mishandeld.

De autoriteiten zeggen dat gewapende bandieten verantwoordelijk zijn voor deze acties in Abidjan. De PCDI beweert echter dat activisten die banden hebben met de regering achter het geweld zitten. Veel Ivorianen vermoeden dat regeringsgezinde paramilitaire doodseskaders verantwoordelijk zijn voor de incidenten.

De doodseskaders zouden ook de dood van Benoit Dacoury Tabley, de broer van de plaatsvervangend algemeen secretaris Louis Dacoury Tabley van Nieuwe Krachten en die van komiek Camara Yerefe op hun geweten hebben. Yerefe zou sympathiseren met de oppositiepartij Rassemblement des Républicains (RDR).

Ook paramilitairen, etnische groepen en de rebellengroepering Nieuwe Krachten bezondigen zich aan moord, marteling, ontvoering en onrechtmatige detentie. De Nieuwe Krachten worden op hun beurt beschuldigd van parate executies. Leden van Nieuwe Krachten hebben burgers en aanhangers van president Laurent Gbagbo ontvoerd, gevangen gehouden en vermoord, zegt Simon Mouzou van de mensenrechtendivisie van ONUCI. Anderen zijn gedwongen om te vluchten naar omliggende landen.

Vorig jaar ontdekte een VN-team drie massagraven met ongeveer honderd lichamen in de noordelijke stad Korhogo, een rebellenbolwerk. Sommige slachtoffers waren doodgeschoten, ander leken door verstikking om het leven te zijn gekomen. De moorden vonden plaats toen aanhangers van rebellenleider Guillaume Soro in juni vorig jaar in conflict kwamen met een rivaliserende factie. Uit verslagen over gebeurtenissen zou blijken dat Soro-aanhangers hun vijanden opsloten in containers waar ze vervolgens stikten.

Ivoorkust was de eerste dertig jaar na de onafhankelijkheid van Frankrijk een baken van stabiliteit in West-Afrika. De afgelopen tien jaar zorgden etnische en religieuze verschillen echter voor steeds hoger oplopende spanningen. Ivorianen in het voornamelijk islamitische noorden, vinden dat ze gediscrimineerd worden door het grotendeels christelijke en meer invloedrijke zuiden.

Hoewel de vechtende partijen in 2003 een akkoord tekenden in Parijs, liepen pogingen om in de vrede te bewaren stuk op wantrouwen en talloze conflicten. Zuid-Afrika bemiddelt momenteel in het vredesproces. Afspraken die in april gemaakt werden over ontwapening, liepen echter opnieuw stuk op wantrouwen. Het ontwapeningsproces had op 27 juni moeten beginnen. (JS/MM)