VN willen ngo's een nieuwe rol geven

De Verenigde Naties herbezinnen zich over de rol die niet-gouvernementele organisaties krijgen in de internationale besluitvorming. Het debat over de vraag of ngo’s mee aan tafel mogen zitten als het over wereldproblemen gaat en zo ja, welke ngo’s, is gelanceerd. Het antwoord op die vraag krijgt VN-secretaris-generaal Kofi Annan binnen een jaar op een schoteltje van de voormalige Braziliaanse president Henrique Cardoso.


Onder leiding van Cardoso hield een panel in het VN-hoofdkwartier in New York begin deze maand een eerste zitting over de rol van de ngo’s binnen de programma’s, organisaties en instellingen van de VN. Het is de eerste van een reeks waarvan de uitkomst bepalend zal zijn voor de invloed die organisaties als Oxfam, Human Rights Watch en Greenpeace in de toekomst zullen hebben.

Het panel vindt het hoog tijd dat de relatie tussen de VN en de ngo-wereld opnieuw bekeken wordt. Die organisch gegroeide band wordt in toenemende mate in vraag gesteld, al was het maar omdat het VN-charter zegt dat het multilaterale orgaan enkel bestaat uit staten. De ngo’s vervullen echter wel een taak in het aankaarten van de internationale waarden zoals mensenrechten, die de VN hoog in het vaandel dragen.

Het gewicht van de ngo’s op het internationale toneel is de afgelopen decennia sterk toegenomen. In de jaren tachtig en negentig waren internationale organisaties als de VN blij dat ze konden rekenen op de helpende hand van ngo’s. Met de fondsen kwam ook de groei - op het eind van de twintigste eeuw waren er zo’n 37.000 erkende ngo’s, vier keer meer dan in 1900. Een tiende daarvan wordt door de VN erkend als volwaardige adviseurs. Op de Duurzaamheidstop in Johannesburg bijvoorbeeld, accrediteerden de VN 3.500 ngo’s.

Sinds 1999 (met Seattle als het gepercipieerde jaar nul in de anti-globalistische jaartelling) wordt steeds meer de vraag gesteld naar de legitimiteit van de ngo’s als waakhond van de internationale gemeenschap. Het is ‘bon ton’ onder journalisten en academici om de klacht van nationale regeringen over te nemen: ngo’s leggen aan niemand verantwoording af, zegt Michael Edwards van de Ford Foundation, een stichting die ook geld geeft aan ngo’s. Naarmate de (transnationale) ngo’s een plaats veroveren in wat ‘de global society’ heet (het debat en het beleid over mondiale problemen), wordt het democratische gehalte van de ngo-wereld in vraag gesteld.

De vraag naar het ‘democratisch deficit’ is terecht, stellen experts, al is de kritiek vaak afkomstig van nationale regeringen die het geblaf van de ngo-waakhond beu zijn.

In zijn boek ‘Ngo’s, rechten en verantwoordelijkheden’ pleit Edwards voor meer controle op en meer invloed voor de nieuwe spelers. Hij stelt een ‘New Deal’ voor tussen regeringen en de civiele maatschappij (ngo’s, maar ook vakbonden, jeugdbewegingen etc… ) om het ‘democratisch deficit’ op te lossen. Edwards pleit voor een structurering van de ngo-stem, met een sterke lokale verankering. Die is nodig om te vermijden dat ngo’s lobbygroepen worden die rechtsreeks naar Brussel of Washington trekken om daar persoonlijke visies door te drukken.

Het tweede punt in Edwards plan is dat ngo’s kunnen participeren in het mondiale beleid (geef ze bijvoorbeeld een officiële stem op VN-conferenties); daartoe moet hun werking wel beantwoorden aan een reeks van richtlijnen inzake transparantie, integriteit en efficiëntie. Het toezicht daarop zou via zelfregulering moeten gebeuren.

Een derde wijziging die het ngo-landschap moet ondergaan is dat ngo’s uit ontwikkelingslanden meer ruimte krijgen. In dat opzicht zijn ngo’s geen haar beter dan regeringen, constateert Edwards: de internationale arena wordt gedomineerd door ngo’s uit rijke landen.

Niet alle experts zijn het eens met Edwards’ analyse. De vraag naar een behoorlijke vertegenwoordiging gaat voorbij aan de bestaansreden van ngo’s, namelijk een stem geven aan actoren buiten het officiële circuit. Op het vlak van de mensenrechten zijn ngo’s bijvoorbeeld het geweten van de samenleving, zegt Melissa Upreti van het Center for Reproductive Rights. Het is een legitieme en alternatieve kracht die beter aan de zijlijn blijft staan. Upreti geeft toe dat sommige ngo’s te kort door de bocht gaan in de race naar beperkte financiële middelen, en pleit voor een graad van zelfregulering.

Deze discussie zal interessante resultaten opleveren voor de vraag hoe de civiele maatschappij beter vertegenwoordigd kan worden, zegt Kevin Kennedy, die de activiteiten van het panel coördineert. Het is duidelijk dat er enerzijds een set van basisregels moeten komen waaraan alle ngo’s moeten beantwoorden en dat ze anderzijds voldoende vrijheid moeten krijgen om hun werk tot een goed einde te brengen.

+UN Panel on Relations with Civil Society (http://www.un.org/News/Press/docs/2003/ngo495.doc.htm)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.