Toronto wacht niet op Kyoto-protocol

Terwijl de Canadese politici nog steeds bekvechten over het Kyoto-protocol dat de opwarming van de aarde moet tegengaan, neemt de grootste stad van het land zelf initiatieven om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Met een Atmosfeerfonds bouwt Toronto op eigen houtje een windmolenpark aan het Ontariomeer, ontwerpt ze een waarschuwingssysteem voor gevaarlijk hoge CO-concentraties tijdens de zomer en onderzoekt ze de leefbaarheid van een kantoorkoelsysteem met water uit het Ontariomeer dat de traditionele airconditioning met drievierde kan terugdringen.





Toronto is de enige stad ter wereld die een speciaal fonds heeft opgericht om oplossingen voor klimaatveranderingen te steunen. Het fonds bevat 16,4 miljoen dollar (17,9 miljoen euro) en werd tien jaar geleden opgericht. Dankzij het Atmosfeerfonds is de uitstoot van broeikasgassen sinds 1990 met 67 procent gedaald, zegt Philip Jessup, de directeur van het Fonds.

De combinatie van uitlaatgassen van auto’s, de uitstoot van industrieparken en de emissie van airconditioning in de stad, maakt van vele Noord-Amerikaanse steden ‘eilandjes van hitte’ in het begin van de zomer. Tijdens de hittegolven van de afgelopen jaren klom het dodental in een aantal Amerikaanse steden naar een ongekende hoogte, zegt Eva Ligeti, milieu-adviseur bij de stad Toronto. Honderden ouderen en mensen met problemen aan de luchtwegen stierven aan de gevolgen van hartaandoeningen en ademhalingsproblemen. De mensen in het noorden zijn minder bestand tegen extreme hitte.

Reden genoeg om niet te wachten op federale maatregelen tegen de opwarming van de aarde. Die maatregelen laten in Canada op zich wachten door de weerstand van de bedrijven tegen het Kyoto-protocol. Lokale maatregelen die het verschil kunnen maken zijn legio. Die maatregelen werden twee weken geleden besproken op de North American Urban Heat Island Summit, een conferentie waaraan stadsbesturen uit heel Noord-Amerika deelnamen. De deelnemers hoorden er dat extreme hitte in combinatie met luchtvervuiling vooral een probleem worden in de buitenwijken van de Noord-Amerikaanse steden. De suburbs hebben relatief minder bomen en meer asfalt dan de oudere stadsgedeeltes, waar je vaak nog veel groen vindt, verklaart Ligeti.

Steden kunnen eenvoudige maatregelen nemen om de temperatuur in de steden ‘s zomers draaglijk te houden. Het elimineren van donkere asfalt en roofing, die de warmte van de zon absorberen en versterken, is bijvoorbeeld een strategie die loont. Het gebruik van lichtere materialen, de aanleg van daktuinen en het aanplanten van bomen in de stad kunnen de hitte reduceren.

De Federatie van Canadese Steden en Gemeenten (FCM) heeft in Canada het voortouw genomen in de strijd tegen de broeikasgassen. Het orgaan staat in voor de toewijzing van federaal overheidsgeld voor lokale projecten en die lokale aanpak werkt. Onder leiding van Jack Layton, een raadslid van de stad Toronto, heeft het FCM meer dan 100 steden en gemeenten het akkoord van Kyoto laten ondertekenen. Steden zijn veel progressiever dan het federale bestuursniveau als het op beleidsveranderingen aankomt, zegt John Sewell, de burgemeester van Toronto. Het is hier dat de vernieuwende ideeën rond sociale zaken, cultuur en ook milieu ingang vinden. Dat geldt in Canada en ook daarbuiten.



Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.