Topdiplomaten uitgewezen

Jilani werd weggestuurd omdat hij geld zou hebben doorgesluisd naar -de
All-Party Hurriyat Conference (APHC), een koepelorganisatie van
separatistische groepen die actief zijn in Kasjmir. Een aantal
APHC-militanten zou bij het verlaten van Jilani’s ambtswoning betrapt zijn
met enorme sommen geld.

Jilani noemt de beschuldigingen ongegrond en beschouwt de actie als een
nieuwe Indiase poging tot pesterij en intimidatie van de hoge Pakistaanse
regeringsvertegenwoordigers. Andere Pakistaanse ambtenaren stellen dat de
Hurriyat-activisten vals worden beschuldigd, en dat India er enkel op uit
is de atmosfeer tussen beide landen gespannen te houden. De uitwijzing van
Jilani heeft ondertussen wel de steun gekregen van de Indiase diplomatieke
analisten, zoals voormalige ministers van Buitenlandse Zaken M K Rasgotra
en J N Dixi, die beiden de sluiting van de Pakistaanse ambassade bepleiten.

Jilani was slechts waarnemend regeringsvertegenwoordiger voor Pakistan;
zijn voorganger, Akbar Jehangir Qazi, was al moeten vertrekken na de
schokkende zelfmoordaanslag op het Indiase parlement in december 2001.
India wees toen beschuldigend naar de Pakistaanse geheime dienst (ISI). De
zelfmoordmissie paste volgens de Indiase regering in de Pakistaanse
strategie om een opstand te ontketenen in Kasjmir. Enkel een persoonlijke
tussenkomst van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell
konden toen een oorlog voorkomen. Powell wist de Pakistaanse president
Musharraf de belofte af te dwingen alle steun aan de gewapende milities in
Indiaas Kasjmir te stoppen.

Met de uitwijzing van Jilani toont India niet in de goede voornemens van
Pakistan te geloven. De woordvoerder van het Indiase ministerie van
Buitenlandse Zaken, Navtej Sarna, verwijt Pakistan het pad van
confrontatie, dwangmatige vijandigheid en gevaarlijke crisisdiplomatie te
blijven volgen. Premier Atal Bihari Vajpayee gebruikte vorige zaterdag
hetzelfde taalregister op een vergadering van de deelstaatpremiers over
veiligheid: hij had het er over de vanzelfsprekendheid waarmee Pakistan
terroristisch geweld sponsort, financiert en steunt als onderdeel van het
nationale beleid. Hij wees er ook op dat Pakistan ondanks publieke
beloften - nog geen enkele actie had ondernomen tegen de
terroristenkampen en de steun aan het terrorisme. Erger nog, de ISI steunt
volgens de Indiase premier gretig subversieve activiteiten in landen als
Nepal en Bangladesh.

Bangladesh wordt door Vajpayee niet toevallig vermeld: ook met dat buurland
leeft India de laatste tijd op gespannen voet. India heeft een
immigratiestop afgekondigd en jaagt op illegale Bengaalse immigranten, die
zonder pardon worden uitgewezen. De Indiase vice-premier L K Advani schat
hun aantal op twintig miljoen. Het verarmde Bangladesh is niet erg blij met
de nieuwe houding van de grote buur. Decennialang liet India lankmoedig toe
dat tienduizenden arme Bengalezen hun heil zochten in de grote steden over
de grens.

Volgens Advani heeft het verscherpte immigratiebeleid veel te maken met de
nieuwe veiligheidssituatie in de regio, maar ook het feit dat de rechtse
Bangladesh National Party van Khaleda Zia in Dhaka aan de macht is gekomen,
speelt zeker een rol. De rechtse Indiase regeringscoalitie onder leiding
van de hindoepartij Bharatiya Janata Party (BJP) staat zeer wantrouwig
tegenover de nieuwe Bengalese leiders, die gesteund worden door de
islamitische fundamentalisten. De diplomatieke toenadering tussen Musharraf
en Zia is een nachtmerrie voor India, dat vreest in de tang genomen te
worden. Onder het vorige, pro-Indiase regime in Bangladesh voelde India
zich aan zijn rechterflank tenminste veilig.