Spaarders tonen weer vertrouwen, banken nog niet

Volgens de Argentijnse Nationale Bank stond er in augustus weer meer geld op de Argentijnse spaarrekeningen dan voor de financiële crisis van december 2001. Omdat de Argentijnen de maanden daarvoor massaal hun spaargeld waren beginnen af te halen uit vrees voor een devaluatie van de peso, blokkeerde de toenmalige regering de spaarrekeningen van miljoenen mensen. Dat leidde tot massaal volksprotest en plunderingen en uiteindelijk ook tot de val van de regering.

De getraumatiseerde Argentijnse spaarders begonnen al in 2003 toch weer voorzichtig geld toe te vertrouwen aan hun bank. In augustus van dit jaar hadden ze alweer 76 miljard peso bij elkaar, 3 miljard meer dan in 2000. Omgezet in dollar is het spaartegoed van vandaag wel maar ongeveer 25 miljard dollar (20 miljard euro) waard, iets meer dan een derde van de internationale waarde van het spaartegoed in 2000. De Argentijnse peso was tien jaar lang aan de Amerikaanse dollar gekoppeld, wat mee leidde tot de financiële crisis die de staatshuishouding in 2001 in elkaar deed klappen. Begin 2002 werd de koppeling met de dollar opgegeven.

De Argentijnse banken voelen zich nog niet zo zeker. In 2000 hadden ze bijna 63 miljard peso aan leningen uitstaan, maar dat bedrag daalde na de crisis van 2001 jaar na jaar om vorig jaar uit te komen op een absoluut dieptepunt van 31 miljard. In augustus bedroeg het totaal van de uitstaande leningen 35 miljard peso, nog altijd erg weinig vergeleken met 2000. Toch beginnen de financiële instellingen volgens Mario Vicens, de voorzitter van de Vereniging van Argentijnse Banken, langzaam ook weer vertrouwen te krijgen. Dat heeft volgens hem veel te maken met de financiële en monetaire stabiliteit die sinds eind 2002 in Argentinië heerst. Toch leggen de banken heel zware voorwaarden op aan wie geld wil lenen.

De stormloop op de spaartegoeden en de daaropvolgende blokkering van de rekeningen in 2001 was een groot trauma voor de banken in Argentinië. Nadat de pariteit tussen dollar en peso in 2002 was opgeheven, kwam daar nog eens bij dat de overheid hen verplichtte om spaartegoeden in dollar tegen een voor de klanten voordelige wisselkoers uit te betalen, terwijl ze voor het innen van de leningen die ze in dollar hadden toegestaan, de oude verhouding van één op één moesten hanteren. Heel wat klanten trokken ook naar de rechtbank om nog betere terugbetalingsvoorwaarden te verkrijgen. Sommigen daarvan hebben van de rechter al gelijk gekregen, in andere zaken is nog geen uitspraak gedaan.

De vestigingen van buitenlandse banken in Argentinië hebben door de crisis krediet verloren bij het publiek. Veel van die banken beweerden dat ze net dezelfde problemen hadden bij het terugbetalen van spaartegoeden als Argentijnse baken, omdat ze geen financiële steun kregen van hun hoofdzetel. De openbare banken kennen sinds 2003 een toeloop van klanten. Van de vijf banken die de grootste aantallen spaarrekeningen hebben lopen, zijn er drie in handen van de staat. Toch zijn er ook heel wat Argentijnen die nog altijd geen enkele bank vertrouwen.(PD/MM)