'Snelle groei biedt kansen voor duurzame ontwikkeling'

Of China en de rest van Azië de weg van milieuvriendelijke ontwikkeling willen inslaan, kan onder meer blijken tijdens World Conservation Congress dat tussen 17 en 25 november wordt gehouden in de Thaise hoofdstad Bangkok. Op het congres, dat wordt georganiseerd door de World Conservation Union (IUCN), worden 3.000 milieudeskundigen, overheidsfunctionarissen en zakenmensen verwacht.

Er wordt onder meer uitgekeken naar de houding van China tegenover duurzaam bosbeheer. Nadat China in 1999 in eigen land een kapverbod instelde, werd het land de grootste houtimporteur ter wereld. Volgens Achim Steiner, algemeen directeur van de IUCN, heeft China alle recht om gebruik te maken van hout uit andere delen van de wereld. Het is de taak van natuurbeschermers om het land zo ver te krijgen dat het een leidende rol gaat vervullen in verantwoord gebruik van de natuur, vindt hij. China kan een positieve bijdrage leveren door bijvoorbeeld alleen hout te importeren dat voldoet aan de richtlijnen voor duurzame ontwikkeling, legt Steiner uit. Het land kan daardoor een voorbeeld worden voor Europa en Amerika.

Vorige maand publiceerde het Wereld Natuur Fonds (WNF) het ‘Living Planet Report 2004’, waarin overheden en bedrijven worden opgeroepen haast te maken met investeren in duurzaamheid. Het WNF constateerde dat de ‘ecologische voetafdruk’ van de mens op dit moment 20 procent groter is dan biologische draagkracht van de aarde. Noord-Amerika en Europa plegen nog steeds de grootste aanslag op de natuurlijke rijkdommen van de planeet.

Aziatische landen zoals China, India, Zuid-Korea en de Filipijnen, geven milieubeschermers redenen tot zorg, vanwege hun economische groei en de toenemende behoefte aan natuurlijke rijkdommen. De Chinese economie groeide vorig jaar met meer dan 9 procent. In India bedroeg de groei meer dan 8 procent.

Volgens Robert Mather van het Wereld Natuur Fonds in Thailand, mag de Aziatische landen niet de welvaart worden onthouden die Europa en de Verenigde Staten hebben bereikt. We kunnen niet van China en andere Aziatische landen verwachten dat ze de auto laten staan. Maar we moeten er samen voor zorgen dat er keuzes gemaakt worden die de schade voor het milieu beperken, zoals gebruik van auto’s die rijden op waterstof.

Steiner is optimistisch over Chinese beleidsmakers, die belangstelling tonen voor nieuwe, milieuvriendelijke programma’s. China neemt deze onderwerpen serieus, vooral als het gaat om ontwikkeling van de landbouw, beheer van waterbronnen, herbebossing en vervuiling, aldus Steiner.

De conferentie in Bangkok biedt de mogelijkheid om nieuwe trends op hun waarde te schatten en in Azië een nieuw ontwikkelingsmodel te introduceren, zegt Steiner. Het oude model, waarop West-Europa en Amerika in de vorige eeuw hun welvaart bouwden, is volgens hem achterhaald. (JS/PD)