Restaurants voor gieren hebben succes in Nepal

In het Koshi Tappu-reservaat in het oosten van Nepal broedden vorig jaar 32 koppels van de bedreigde Bengaalse gier, terwijl er tijdens een telling in 2001 geen enkel broedpaar van de soort was aangetroffen. In Nawalparasi, in het westen van het land, is het aantal bezette nesten van gieren in drie jaar tijd gestegen van 17 tot 32.

Populatieduik

Dertig jaar geleden zou het geen nieuws geweest zijn, want Nepal telde in de jaren tachtig ongeveer 150.000 broedparen van Bengaalse gieren. Maar samen met andere gieren werd de soort in de jaren negentig dramatisch uitgedund. Dat bleek te wijten aan het gebruik van de pijnstiller en ontstekingsremmer diclofenac in de veeteelt. Gieren die kadavers eten waarin diclofenac aanwezig is, sterven aan nierproblemen. Vandaag zijn er in Nepal nog maar een duizendtal broedparen van de Bengaalse gier over. Ook de gierenpopulaties in India en Pakistan zijn gedecimeerd.
In 2004 beslisten India, Pakistan en Nepal op een gierentop in Kathmandu diclofenac te verbieden, veilige alternatieven te introduceren en speciale broedprogramma’s op te zetten om de gieren er weer bovenop te helpen. Maar er zijn nog altijd producenten die diclofenac voor de veeteelt aanmaken, en ook de niet verboden versie voor menselijk gebruik vindt haar weg naar de stallen.

Veilig eten

Alleen in speciale “restaurants” kunnen de gieren in Zuid-Azië helemaal veilig eten. De Nepalese Vogelbescherming begon het eerste van die restaurants in 2006 in Nawalparasi. De organisatie koopt oude dieren van veetelers, houdt ze nog even in leven zodat alle geneesmiddelen zeker uit hun lichaam zijn verdwenen en brengt de karkassen naar speciale voederplaatsen voor de gieren.
Onlangs werden er in Rupandehi en Dang, ook in het westen van Nepal, nog twee andere gierenrestaurants geopend. Pakistan kreeg niet lang geleden in Sindh zijn eerste gierenrestaurant, en ook in India en zelfs in Cambodja zijn verscheidene veilige eetplaatsen voor gieren gepland.