Milieu struikelblok voor Chileense toetreding OESO

Chili wil toetreden tot de rijkelandenclub van de OESO. Maar het Chileense milieubeleid – of liever: het gebrek daaraan - vormt de grootste hindernis. Dat bleek vorige week bij besprekingen tussen OESO-experts en een delegatie onder leiding van de Chileense vice-president Eduardo Dockendorff in Parijs.


De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), waarin de geïndustrialiseerde landen zijn verenigd, komt in mei met een milieurapport over Chili. Omdat het land volledig lid wil worden van de OESO, is het al op verschillende gebieden doorgelicht. Wat betreft de kwaliteit van onderwijs, het anticorruptiebeleid, en macro-economische indicatoren, kon Chili de goedkeuring van de OESO wegdragen.

Dockendorff, wiens ministerie verantwoordelijk is voor de Nationale Milieucommissie (Conama), noemde de besprekingen in Parijs positief. Desondanks was er ook kritiek op het Chileense milieumanagement. Die richtte zich onder meer op de (water)vervuiling en de biodiversiteit in verschillende regio’s.

Chili kreeg, dankzij de snelgroeiende economie, in de jaren negentig de status van waarnemer in de OESO. Eind 2003 deed het land een verzoek om volwaardig lid te worden van de groep die nu dertig lidstaten telt. Een verzoek dat ook door negen andere landen werd ingediend. De OESO werd in 1961 opgericht met het doel de economieën in de lidstaten te versterken.

Hoewel de Chileense economie de gevolgen van de economische crisis in Zuidoost-Azië in 1997 nog niet helemaal te boven was toen Ricardo Lagos in 2000 president werd, heeft zijn centrum-linkse regering het land weer stevig in de richting van economische groei geduwd. Tegelijkertijd werd de politiek van liberalisering versterkt door vrijhandelsakkoorden met de Europese Unie, de Verenigde Staten, Canada en Zuid-Korea. Voor het einde van zijn termijn in 2006 wil de president, een gematigde socialist, akkoorden ondertekenen met China en India. Ook wordt onderhandeld over een vrijhandelsakkoord tussen Chili, Nieuw-Zeeland en Singapore.

Chili heeft echter kritiek te verduren van milieuactivisten, die vinden dat het land economische belangen boven het milieu stelt. De OESO-experts in Parijs hebben Chili geadviseerd een ministerie van Milieu in het leven te roepen, om zo meer prioriteit te geven aan het milieubeleid. Ariel León, adviseur van Oceana, zei in een reactie in het Chileense dagblad El Mercurio dat de OESO dat op z’n minst als voorwaarde had moeten stellen voor toetreding. Milieugroeperingen, waaronder de Chileense tak van Greenpeace, willen bovendien dat Chili een onafhankelijk orgaan opricht voor milieutoezicht. De milieucommissie Conama, die dertien regionale commissies (Corema’s) telt, valt nu onder Dockendorffs ministerie.

Conama ondernam al wel enkele stappen die wijzen op een strikter milieubeleid. Op 18 januari werd een cellulosefabriek die vervuiling veroorzaakte in het natuurreservaat Río Cruces, tijdelijk gesloten. Op 11 januari legde de Corema in de regio Bíobio de bouw van een cellulosefabriek in Itata stil, omdat niet werd voldaan aan de milieu-eisen. Beide maatregelen troffen Angelini, het op één na grootste zakenconsortium in Chili en de grootste cellulose-exporteur van het land. Cellulose is een van de belangrijkste exportproducten van de Chileense bosbouwindustrie.

Chili kondigde deze maand ook aan verstandig energiegebruik te willen bevorderen. De energieconsumptie in Chili neemt volgens Sara Larraín, hoofd van het Programma Duurzaam Chili, jaarlijks met 7 procent toe. Als het land aan de OESO-standaarden wil voldoen, dan zal die groei tot tenminste 5 procent moeten worden teruggebracht, aldus Larraín.

Op de Duurzaamheidsindex ESI die vorige week tijdens het Wereld Economisch Forum in Davos werd gepresenteerd, staat Chili op de 42ste plaats. Onderzoekers van de universiteiten van Yale en Columbia in de Verenigde Staten, lichtten voor die index 146 landen door op hun milieubeleid.

Chili scoorde 53,6 van de maximaal te halen 100 punten en belandde daarmee net achter Nederland, dat met 53,7 punten slechts op de 41ste plaats kwam. Chili presteerde echter wel beter dan de Verenigde Staten, die op de 45ste plaats belandden. België kwam met 44,4 punten op de 112de plaats.

In 2002 stond Chili nog op de 35ste plaats op de duurzaamheidsindex. Chili heeft op het gebied van mijnbouw, visserij en bosbouw geen regulerende wetgeving, zegt Marcel Claude, directeur van de niet-gouvernementele organisatie Oceana South America. De daling op de index was volgens hem dan ook voorspelbaar.

ESI baseert de ranglijst op 75 indicatoren, waaronder ook vruchtbaarheidscijfers, kindersterfte door ademhalingsmoeilijkheden, de schaal waarop natuurlijke hulpbronnen worden geëxploiteerd, de waterkwaliteit, de uitstoot van broeikasgassen en efficiënt energiegebruik. (JS/MM)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.