Martelpraktijken dwingen advocaten en artsen tot zelfonderzoek - analyse

De internationale rel over marteling van gevangenen door Amerikaanse militairen in onder meer de Iraakse Abu Ghraibgevangenis, echoot na bij de Amerikaanse beroepsorganisaties van advocaten, artsen en journalisten. Zij pleiten voor een grondig zelfonderzoek.

In een scherpe verklaring beschuldigen 130 vooraanstaande juristen, inclusief twaalf voormalige federale rechters en een oud-directeur van de FBI, de overheidsadvocaten ervan dat ze gefaald hebben in de verdediging van de grondwet. De advocaten schreven memoranda die het gebruik van marteltechnieken, die in strijd waren met de Amerikaanse en internationale wetten, rechtvaardigden.

De verklaring, in de vorm van een brief aan president George W. Bush, congresleden en de kabinetsleden wiens adviseurs verantwoordelijk waren voor de memo’s, kwam aan de vooravond van een bijeenkomst die de grootste nationale advocatenorde, de American Bar Association (ABA), dit weekeinde houdt.

De ABA telt 400.000 leden. Zij worden geacht te stemmen over voorstellen die marteling veroordelen en de regering oproepen een onafhankelijke commissie in te stellen die de Amerikaanse detentie- en verhoorpraktijken moet onderzoeken. Ook zou de commissie tot taak moeten krijgen de wetgeving op dit gebied aan te scherpen. De martelingen en de wrede, inhumane behandeling door Amerikaans gevangenispersoneel in Afghanistan en Irak is een schande voor ons land en ondermijnt ons aanzien in de wereld, schrijft de advocatenorde in een document ter ondersteuning van de voorstellen.

Amerika’s meest prestigieuze medische vakblad, het New England Journal of Medicine, publiceerde afgelopen week een artikel waarin artsen en verpleegsters die gedetineerden bezocht hebben in Irak en elders, worden opgeroepen om open kaart te spelen over wat ze gezien hebben. Een oproep die eerder werd gedaan door artsenorganisatie Physicians for Human Rights (PHR) in Boston.

Er is groeiend bewijs dat artsen en verplegend personeel medeplichtig zijn aan marteling en andere illegale praktijken in Irak, Afghanistan en Guantanamo Bay, schrijft psychiater Jay Lifton in het Journal of Medicine. We weten dat artsen verzuimd hebben bij de autoriteiten melding te maken van wonden waarvan ze duidelijk konden zien dat die door marteling veroorzaakt waren. Lifton verwijst naar de Verklaring van Tokio uit 1975, waarin medisch personeel wordt verboden zich in te laten met marteling. Met name het feit dat militaire ondervragers tegen de wil van het Internationale Rode Kruis toegang kregen tot medische dossiers van gedetineerden en dat artsen hartfalen als doodsoorzaak noteerden om het misbruik te ‘camoufleren’, neemt hij hoog op.

Een arts heeft de verplichting om in te staan voor het welzijn van een patiënt. Als hij betrokken raakt bij activiteiten die de patiënt schaden, en hij zwijgt daarover, dan is dat professioneel gezien een ernstige zaak, zegt directeur Leonard Rubinstein van PHR. De American Medical Association (AMA) heeft inmiddels gevraagd om een officieel onderzoek naar de rol van medisch personeel in de gevangenissen.

Naast de advocatuur en de medische wereld, ligt ook de journalistiek onder vuur. Eerder al werd de beschuldiging geuit dat journalisten van de belangrijkste media te kritiekloos de claims van de regering over de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak hadden overgenomen. Nu komt daar de beschuldiging bij dat ze in eerste instantie de berichten over marteling en misbruik door Amerikaanse militairen in Irak en Afghanistan, niet serieus namen.

Onder de titel ‘Gemiste Signalen’ vraagt het American Journalism Review zich in het laatste nummer af waarom het zo lang duurde voordat de media het misbruik van gevangenen in de Abu Ghraib gevangenis naar buiten brachten. Er werden slechts korte persverklaringen gepubliceerd die het Pentagon uitgaf over gedetineerden die overleden. Zelfs de aankondiging van een onderzoek naar ‘incidenteel misbruik van gevangenen’ kreeg geen journalistiek vervolg, totdat tv-station CBS in april de gewraakte foto’s uit Abu Ghraib gevangenis in de publiciteit bracht.

Die foto’s leidden tot een stortvloed aan media-aandacht, hoorzittingen in het congres en uiteindelijk de openbaarmaking van een serie memo’s, geschreven door juristen van het ministerie van Justitie, het Pentagon en het Witte Huis. De memo’s zouden hebben bijgedragen aan het idee dat de ‘strijd tegen het terrorisme’ geen ‘gewone’ oorlog is en dat behandeling van gevangenen volgens de Conventie van Geneve daarom niet noodzakelijk van toepassing is. De uitgelekte memo’s leidden tot een schok in de advocatuur, vanwege de juridische kronkels die ze bevatten en omdat ze werden goedgekeurd door leden die een zeker aanzien genoten in de beroepsgroep.

In een memo van het Pentagon wordt gesteld dat de president in zijn rol als ‘opperbevelhebber’ gerechtigd is om wetten, verdragen en zelfs de grondwet te negeren als het gaat om de behandeling van gevangen in oorlogstijd. In een andere memo van het ministerie van Justitie wordt gesteld dat de president de bevoegdheid heeft om toebrengen van extreme lichamelijke pijn goed te keuren. Marteling wordt in die memo geherdefinieerd als pijn die in intensiteit gelijk is aan pijn die gepaard gaat met een ernstige lichamelijke verwonding, zoals disfunctioneren van organen, uitvallen van lichaamsfuncties of zelfs overlijden. Geestelijk lijden valt volgens de memoschrijvers niet onder marteling, tenzij het resulteert in duidelijke psychische schade of langdurige schade, dat wil zeggen, schade die maanden of jaren blijft.

Twee van de verantwoordelijke advocaten hebben inmiddels elders een baan. Een van hen is Jack Goldsmith, voormalig hoofd van het Bureau voor Juridische Bijstand (OLC) van het ministerie van Justitie. Hij werd in juni benoemd aan de rechtenfaculteit van Harvard. John Yoo, eveneens werkzaam bij het OLC, werkt momenteel bij het neoconservatieve American Enterprise Institute (AEI). Hij werd tevens benoemd aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Californië in Berkeley.

De benoemingen van Goldsmith en Yoo hebben bij beide universiteiten tot controverse geleid. Tijdens de promotieceremonies in Berkeley, in juni, droeg ongeveer een kwart van de studenten een rood armbandje, als protest tegen de benoeming van Yoo. (JS)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.