Indiase verkiezingen blijven nek-aan-nekrace

Vijf jaar geleden haalde de nu regerende Congrespartij 145 zetels en de hindoenationalistische Bharatiya Janata Partij (BJP) 138 zetels. Volgens waarnemers wijst tot dusver niets erop dat hier veel verandering in komt. De Congrespartij lijkt vooruit te gaan in de zuidelijke deelstaat Kerala, maar verliest in Andhra Pradesh. De BJP zou zijn goede resultaten van 2004 in Karnataka, Madhya Pradesh en Chhattisgarh overdoen.
Voorlopig lijkt ook een ongeveer even groot aandeel van de kiesgerechtigden op te dagen als in 2004. Bij de eerste fase op 16 april was dat 60,2 procent, bij de tweede fase op 23 april waarschijnlijk 57 à 58 procent. De relatief hoge opkomst wil zeggen dat ook veel jonge kiezers hun stem uitbrengen. Meestal speelt dat in het nadeel van de regerende partij.
In andere delen van het land wordt nog gestemd op 30 april en op 7 en 13 mei. Op 16 mei moeten alle stemmen geteld zijn.
De Congrespartij en de BJP nemen het op tegen een rist linkse en regionale partijen. Als geen van de grote partijen duidelijke winst boekt, hebben die formaties de sleutel voor de regeringsvorming in handen. Voor de verkiezingen hebben communisten en een aantal regionale partijen zich in een ‘Derde Front’ verenigd, maar het zal van het resultaat afhangen of dat ook tijdens de coalitievorming standhoudt.
De eerste fase van de Indiase verkiezingen werd overschaduwd door geweld van maoïstische rebellen in het centrum en het oosten van India. Daarbij kwamen minstens 19 mensen om het leven. Ook tijdens de tweede fase waren er aanslagen. Daarbij kwamen een viertal mensen om.