Ecuador en Colombia zoeken opnieuw toenadering

De Colombiaanse minister van Buitenlandse Zaken María Ángela Holguín had gisteren een ontmoeting met haar Ecuadoraanse collega Ricardo Patiño in het Colombiaanse stadje Ipiales, vlakbij de grens met Ecuador. Na afloop zei Holguín dat er over twee tot drie maanden weer “een gestabiliseerde relatie” kan zijn met het buurland. Vandaag zijn er enkel banden op het niveau van de zaakgelastigden.
De relatie tussen beide landen zakte twee jaar geleden onder het vriespunt na een Colombiaanse militaire aanval op Ecuadoraans grondgebied. Op 1 maart 2008 viel het Colombiaanse leger een kamp van de linkse FARC-rebellen aan. Daarbij kwamen FARC-leider Raúl Reyes en 24 andere personen om.
Ecuador eist dat Bogota duidelijkheid schept over die aanval, onder meer aan de hand van foto’s en video’s.

Machtswissel

De toenadering vandaag is een gevolg van de machtswissel in Colombia. Op 7 augustus volgde Juan Manuel Santos Álvaro Uribe op als president. Bij de eedaflegging was ook de Ecuadoraanse president Correa aanwezig. Bij die gelegenheid overhandigde Santos aan Correa de harde schijven van de computer van de omgekomen FARC-leider Reyes.
Volgens Colombiaanse politiekopstukken toont informatie op deze harde schijven aan dat er banden waren tussen de vertegenwoordigers van de Ecuadoraanse regering en de FARC. Ecuador heeft dat altijd ontkend. De harde schijven worden nu onderzocht door de Ecuadoraanse justitie, die drie informatica-experts heeft ingeschakeld.
Een ander heikel thema dat gisteren ter sprake kwam, is dat van de vluchtelingen. In Ecuador wonen vandaag 300.000 Colombianen, waarvan er 58.000 een vluchtelingenstatuut hebben; volgens het VN-vluchtelingencommissariaat komen nog 130.000 anderen in aanmerking voor dat statuut. De Colombiaanse minister Holguín stelde gisteren voor een speciale commissie te creëren voor dit probleem, Patiño aanvaardde dat.