Colombiaanse indianen slachtoffer toenemend geweld

Toen het leger een militaire basis opzette vlak bij haar dorp in Buenavista, in de zuidwestelijke provincie Cauca in Colombia, wist Liliana Alarco al dat er ellende van zou komen.

Zittend voor haar kleine winkel, hoog in de bergen van het Tacueyó-reservaat, vertelt ze over de dag dat haar zoon gewond raakte.

“We leefden hier jarenlang vredig, maar nadat het leger kwam, waren er bijna dagelijks gevechten met guerrillastrijders”, zegt ze. Op een dag kwam haar dertienjarige zoon, op weg van school naar huis, terecht in een gevecht tussen de linkse revolutionaire beweging FARC en overheidstroepen. Er ontplofte een bom en hij werd in zijn maag geraakt door granaatscherven.

“Zijn hele spijsverteringssysteem was kapot”, zegt ze. De jongen lag een maand in coma. Uiteindelijk kon hij met ingezameld geld de benodigde behandeling krijgen. Het gaat nu goed, maar het trauma blijft, zegt Alarco.

“Hij slaapt ‘s nachts niet en wil geen soldaten meer zien. En hij is altijd angstig”, zegt ze. Na het ongeluk verhuisde ze met haar gezin naar Tacueyó. Al enige tijd leeft ze daar met haar zoons in relatieve rust, maar dat zal naar verwachting veranderen.

Extra militairen

Op 15 juli stuurde de overheid vijfhonderd extra militairen naar de regio Tacueyó om de jacht op FARC-leider Alfonso Cano te intensiveren. De regering vermoedt dat hij zich ophoudt in de bergen in die regio.

De speciale eenheden zijn toegevoegd aan de 15.000 militairen die al in die regio in de noordelijk provincie Cauca zijn gestationeerd.

Alarco en de burgers die in de bergen rondom Tacueyó wonen, maken zich grote zorgen over de troepenversterking. Net als de zoon van Alarco, komen burgers geregeld ongewild in vuurgevechten terecht.

Indianendorpen lopen ook het risico aangevallen te worden door FARC-strijders, als overheidstroepen vlakbij gestationeerd zijn.

Autobom

Tacueyó, San Francisco and Toribío zijn drie indianenreservaten in het noorden van Cauca waar ongeveer 28.000 mensen wonen. Negentig procent van de inwoners is Nasa-indiaan.

Op zaterdag 9 juli stond Sara Muñoz met haar drie kinderen te wachten bij de enige bank in Toribío, een kleine stad dichtbij Tacueyó. “We stonden in de rij toen op de vloer gegooid werden en harde explosies hoorden. We hebben daar uren gelegen”, zegt Muñoz. 
FARC-rebellen hadden de stad bestormd op een drukke markdag. Er werd een granaat naar de bank gegooid, maar de ergste ravage werd aangericht door een autobom die voor het politiebureau tot ontploffing werd gebracht.

Het politiebureau, gebouwd als een fort, had slechts een paar schrammen op de dikke muren, maar bijna vijfhonderd huizen werden beschadigd of verwoest.
 
Muñozs huis stond naast het politiebureau. Het werd volledig verwoest. Haar vader, de 65-jarige slager Jesús Muñoz, stond op de markt en kreeg een granaatsplinter in zijn hoofd. Hij was op slag dood. Bij de aanslag kwamen vier mensen om, inclusief een politieagent. Er raakten 122 mensen gewond.

Demilitarisering

Muñoz zit nu in het huis van haar moeder, omringd door haar jonge kinderen. Ze vertelt hoe bang ze waren tijdens de aanslag. Haar oudste kind zag hoe zijn opa omkwam. “We weten niet wat we nu moeten doen. Maar we willen hier niet blijven, het is niet veilig”, zegt ze. “Veel onschuldige en goede mensen zitten gevangen in een conflict waar ze niets mee te maken hebben.”

De FARC begon zijn strijd in de regio in 1964. Indianenleiders die het geweld zat zijn, hebben opgeroepen tot een volledige demilitarisering van hun land. Ze willen dat zowel de FARC als het leger vertrekken en dringen er bij de regering van de conservatieve president Juan Manuel Santos op aan om vredesbesprekingen te beginnen met de FARC.
 
“De nieuwe eenheden zijn hierheen gestuurd zonder onze toestemming. We weten waar hun komst toe zal leiden: de streek wordt een slagveld en er zullen ongetwijfeld burgerslachtoffers vallen”, zegt José Miller Correa, gouverneur van de inheemse raad van het Tacueyó-reservaat. “We zullen ze van ons land verjagen. Niet allen de militairen, ook de guerrillastrijders”, zegt hij.

Een andere zorg van de inheemse leiders is het aantal mensen dat vlucht voor het geweld. Veel jongeren vertrekken naar de steden om werk te zoeken, of ze worden op jonge leeftijd voor de FARC gerekruteerd.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.