CIA krijgt vacatures Arabischtaligen niet opgevuld

De Amerikaanse inlichtingendiensten zijn zwaar op zoek naar nieuw personeel. Van de commissie die de aanvallen van 11 september 2001 op het World Trade Centre en het Pentagon onderzocht, kregen ze felle kritiek omdat ze onvoldoende vertalers bezaten die vloeiend zijn in Arabisch en andere sleuteltalen, en omdat ze er niet in slaagden betrouwbare agenten te infiltreren in al-Qaeda.

Het hoofd van de Central Intelligence Agency (CIA), Porter J. Goss, beloofde in zijn recente strategische plan dat hij het aantal undercoveragenten met de helft zou opdrijven. Maar de praktijk hapert. De Federal Bureau of Investigation (FBI) heeft volgens een recent rapport van de Government Accountability Office weliswaar vooruitgang geboekt, maar toch is het aantal contraspionageagenten nog steeds onvoldoende om de werklast aan te kunnen. Volgens het bureau zijn er door het gebrek aan vertalers nog duizenden uren bandopname en talloze documenten die nog niet werden vertaald, laat staan bestudeerd. Vreemd genoeg zijn er wel meer kandidaten dan ooit tevoren.

De obstakels zijn velerlei. Volgens werknemers hebben de Amerikaanse inlichtingendiensten een veertigtal Amerikaanse sollicitanten afgewezen omwille van mogelijke banden met terroristische groeperingen. We denken dat terroristische organisaties mensen in onze aanwervingpools probeerden te manoeuvreren, zei Barry Royden, a 39-jarige CIA-veteraan die als instructeur contraspionage bij het agentschap werkt op een nationale conferentie over contraspionage vorig weekend aan de Texas A&M Universiteit.

De angst heeft tot gevolg dat de veiligheidscontrole van sollicitanten tot een jaar kan aanslepen, en dat bemoeilijkt de rekrutering. Soms worden kandidaten afgewezen voor redenen die voor de hand liggen, zoals een strafblad of druggebruik. Maar er worden ook Amerikanen van Arabische origine of van het moslimgeloof geweigerd omdat ze familie in het Midden-Oosten hebben of omdat ze er te lang hebben verbleven. De veiligheidscontrole bij de rekrutering moet veranderen, vindt Robert Baer, die van 1976 to 1997 bij de CIA werkte en een boek schreef met als titel’See No Evil: The True Story of a Ground Soldier in the CIA’s War on Terrorism’.

De beste illustratie van de gevolgen van de omslachtige veiligheidscontrole was het beeld van de eedaflegging van de eerste klas die na 11 september in actieve dienst trad, zegt Melissa Boyle Mahle, een andere voormalige CIA-agente die zelf vloeiend Arabisch spreekt. Het was een zee van witte gezichten - de hele klas leek sprekend op mij. Mahle heeft blond haar en blauwe ogen.

Het meest gewild zijn Arabisch-Amerikaanse kandidaten. Maar die zeggen dat ze niet zo om de jobs staan te springen omdat ze zich in de maanden na de aanvallen van 11 september 2001 onheus behandeld voelden. De overheid wil twee tegengestelde dingen. Ze willen dat we ons kandidaat stellen voor contraspionage en tegelijk houden ze ons in het oog of arresteren ze ons, zegt een lid van een van de grote Arabisch-Amerikaanse organisaties in de VS. Het is moeilijk mensen te rekruteren voor organisaties waardoor ze zich bedreigd voelen, zegt Ibrahim Hooper, een woordvoerder voor Council on American-Islamic Relations, een lobbygroep uit Washington. En moslims voelen zich deze dagen inderdaad bedreigd.

Mensen die in de VS zijn geboren en vloeiend Arabisch spreken, blijken witte raven. Arabisch is en zeldzame studiekeuze aan de universiteiten. De verschillende inlichtingendiensten bieden dan ook tegen elkaar op en bieden geschikt lijkende studenten omvangrijke studiebeurzen. En ze pikken elkaars personeel af. (ADR)