Bush zoekt zijn kracht in de herhaling - analyse

De reden dat ik erbij blijf dat er banden bestonden tussen Irak en Saddam en al-Qaeda, zei de Amerikaanse president George W. Bush vorige week tegen journalisten, is dat er banden bestonden tussen Irak en al-Qaeda. Dit is wat een logicus zou duiden als tautologie - een uitspraak met een herhaling die in zijn totaliteit logisch is, ondanks het waarheidgehalte van de bestanddelen. Het geeft aan hoe de regering-Bush zichzelf probeert te verdedigen tegen het alsmaar toenemend aantal schandalen en misleidingen waarin ze verwikkeld raakt.

Herhaling en de schuld op de media schuiven - al populair onder de presidenten Richard Nixon en Gerald Ford - is een beproefd recept waarvan vooral vice-president Dick Cheney en Defensieminister Donald Rumsfeld dankbaar gebruik maken.

Cheney is een van de fanatiekste aanhangers van de theorie dat de voormalige Iraakse president Saddam Hoessein niet alleen jarenlang samenwerkte met al-Qaedaleider Osama Bin Laden, maar dat hij ook achter de aanslag op het World Trade Center in New York in 1993 zat. Toen de New York Times berichtte dat dit op grond van bevindingen van de Commissie 9/11 niet aannemelijk was, noemde Cheney die berichtgeving schandelijk en waarschijnlijk schadelijk.

Rumsfeld stelde op zijn beurt dat de berichtgeving over misbruik van gedetineerden door Amerikanen in de Iraakse Abu Ghraibgevangenis en elders, niet alleen onjuist was, maar ook gevaarlijk. Dat marteling een onderdeel zou zijn van het Amerikaanse beleid, is onjuist, verklaarde Rumsfeld, ondanks uitgelekte memo’s van het Pentagon, het Justitiedepartement en het Witte Huis, waaruit bleek dat dit in het kader van de ‘oorlog tegen het terrorisme’ tot op zekere hoogte wel is toegestaan.

Geheel in de stijl van de haviken die zich destijds onder Nixon en Ford beklaagden over de terugtrekking van de VS uit Vietnam, suggereerde Rumsfeld dat het de journalisten ergens in een kamer met airconditioning zijn die verantwoordelijk zijn voor een mogelijk verlies van de oorlog in Irak, niet de militairen en zeker niet de beleidsmakers.

Zoveel is zeker, zei Cheney afgelopen donderdag, dat de coalitietroepen niet kunnen verliezen op het slagveld. De enige manier waarop ze oorlog kunnen verliezen, is als mensen ervan overtuigd raken dat de oorlog verloren is of dat de strijd alle pijn en moeite niet waard is.

De tactiek van de regering lijkt te bestaan uit het benadrukken dat er geen fouten zijn gemaakt, dat niets gelogen, overdreven of verkeerd is voorgesteld, in de hoop dat die verhalen zichzelf zo vaak gaan herhalen dat het publiek ze vanzelf gaat geloven.

De Commissie 9/11 stelde dat het mogelijk is geweest dat Bin Laden tijdens zijn periode in Sudan, in 1994, contact heeft gezocht met Irak. Maar Irak heeft daar volgens de commissie kennelijk niet op gereageerd en het is nooit tot samenwerking gekomen.

Geheel in de bekende stijl herhaalde Bush vervolgens dat de regering nooit gezegd heeft dat de aanslagen van 11 september geregisseerd waren door Saddam en al-Qaeda. We hebben gezegd dat er geregeld contact is geweest tussen Saddam Hoessein en al-Qaeda.

Die opmerking roept natuurlijk vragen op, vooral met betrekking tot de definities. Is geregeld contact gelijk aan een banden, en is er sprake van ‘a relationship’ als de liefde slechts van één kant komt?

Er zijn meer dingen die vragen oproepen. Cheney beweert ook dat uit een rapport van de Tsjechische veiligheidsdienst, gebaseerd op één bron, blijkt dat een van de kapers, Mohammed Atta, vijf maanden voor de aanslagen in Praag een ontmoeting heeft gehad met een Iraakse veiligheidsfunctionaris. Die ontmoeting heeft volgens de Commissie nooit plaatst gevonden. Zij baseert dat op videobeelden waarop Atta te zien was tijdens het moment dat de ontmoeting zou hebben plaatsgevonden, zijn belgedrag en het getuigenis van de betreffende Iraakse functionaris.

Cheney zei vorige week echter nog steeds niet overtuigd te zijn, en suggereerde te beschikken over voor de Commissie onbekende informatie, die nog niet weerlegd is.

Cheneys benadering lijkt verdacht veel op de epistemologische puzzels van Rumsfeld, die beweert dat we weten dat bepaalde dingen onbekend zijn en dat er dingen onbekend zijn waarvan we dat niet weten, en dat zijn de dingen waarvan we dus niet weten dat we ze niet weten. Speculaties die bijzonder toepasselijk zijn als het gaat om de onthullingen van Human Rights First, een mensenrechtenorganisatie die aantoonde dat Washington een onbekend aantal gevangenen vasthoudt op twaalf plaatsen in het Midden-Oosten, Zuid-Azië en aan boord van marineschepen in de Indische Oceaan. Het bestaan van de locaties is tot nu toe niet bekend gemaakt aan het Internationale Comité, het Rode Kruis en het Congres. (JS/ADR)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.