Bush zoekt hulp van vijanden in Irak

De Verenigde Staten zoeken de hulp van twee vijanden om de opstand in Irak te bedwingen. Tot nu toe heeft de toenadering tot de soennitische opstandelingen in Irak en de regering van Iran weinig resultaat, omdat de onderhandelaars weinig speelruimte krijgen.

Amerikaanse functionarissen in Bagdad proberen contacten te leggen met beide groepen met de bedoeling om samen naar een oplossing voor de situatie in Irak toe te werken. Het Witte Huis toont zich echter onwillig de concessies te doen die nodig zijn voor een deal waar de partijen zich in kunnen vinden.

Amerikaanse beleidsmakers zien kennelijk in dat zonder hulp van Iran en de soennitische opstandelingenleiders de spiraal van geweld in Irak niet doorbroken kan worden. In 2005 drong onder Amerikaanse functionarissen het besef door dat het toenmalige beleid uiteindelijk de belangen van de VS schaadt. De belangrijkste Iraakse bondgenoten van de VS, de militante sjiitische groeperingen, voelen zich verwant met Iran. Dat land zit volgens de Amerikaanse regering op de ‘As van het Kwaad’. Tegelijkertijd bestrijden Amerikaanse troepen soennitische opstandelingen, die er op de lange termijn baat bij hebben om zowel de invloed van Al-Qaeda en Iran te beperken.

Iran heeft grote invloed in Irak dankzij de nauwe banden met militante sjiitische politiek-militaire groepen. Dat die invloed sterk is, bleek vorig jaar juli toen de Iraakse minister van Defensie Saadoun Dulaimi tijdens een bezoek aan de Iraanse hoofdstad Teheran de mogelijkheid van samenwerking tussen beide landen opperde.

De Amerikaanse ambassadeur Zalmay Khalilzad erkende dat het wellicht noodzakelijk is om de Iraanse invloed aan te wenden om een gematigder houding bij de sjiitische partijen te bevorderen. Tegelijkertijd drong het besef door dat soennitische opstandelingenorganisaties de VS kunnen helpen bij de ontmanteling van terroristische bolwerken in Irak en het beperken van de Iraanse invloed.

De seculiere en Baathistische soennitische opstandelingenleiders zijn fel tegenstander van de ideologie en tactiek van terrorist Abu Musab al-Zarqawi en botsten in het verleden enkele malen met aan Al-Qaeda gerelateerde groeperingen. Daarnaast zijn ze tegen de sterke Iraanse invloed in Irak. De soennieten die nu tegen de Amerikaanse bezetting vechten, zijn dus in feite potentiële bondgenoten van de VS.

Vorig jaar herfst drong Khalilzad aan op bijsturing van de Amerikaanse strategie op zowel het Iraanse als soennitische opstandelingenfront. De ambassadeur boekte daarmee een klein succes. In een interview met Newsweek van november zei hij dat hij toestemming had gekregen van het Witte Huis om Iran te betrekken bij de situatie in Irak.

Een paar dagen later verklaarde hij tegenover ABC News dat hij van plan was met alle opstandelingengroepen te praten, behalve met die van Al-Zarqawi en de opstandelingen die nog trouw zijn aan de voormalige Iraakse president Saddam Hoessein. Twee maanden later bezorgde een Iraakse delegatie een brief van Khalilzad in Teheran waarin hij een Amerikaans-Iraanse samenwerking met betrekking tot Irak voorstelde.

Khalilzad kreeg echter geen toestemming om te onderhandelen met Iran. Woordvoerder Sean McCormack van het ministerie van Buitenlandse Zaken zei tegen journalisten dat de ambassadeur een zeer beperkt mandaat had gekregen. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Manoucher Mottaki verklaarde vervolgens direct dat Iran niet van plan was om met de VS te onderhandelen. Desondanks is het duidelijk dat Iran bereid is na te denken over manieren om stabiliteit in Irak te bereiken, op voorwaarde dat er dan ook andere voor het land belangrijke kwesties op tafel komen.

In mei 2003 zou een Zwitserse diplomaat – volgens een verhaal dat tien maanden later verscheen in de Financial Times – aan het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken een Iraans voorstel hebben overgebracht. Iran zou afstemming van de Amerikaanse en Iraanse politiek in Irak hebben voorgesteld, steun voor een tweestatenoplossing in het Palestijns-Israelische conflict en een einde aan het Iraanse programma voor uraniumverrijking, in ruil voor normalisering van de betrekkingen met de VS en een einde aan het Amerikaanse streven naar een regimeverandering in Iran.

Neoconservatieven in de Amerikaanse regering, geleid door minister van Defensie Donald Rumsfeld, hoopten echter op een ineenstorting van het Iraanse regime en het Witte Huis verwierp het voorstel.

Hoewel Khalilzad Iran niets te bieden heeft, blijft hij zoeken naar de hulp van Teheran bij het stabiliseren van Irak. Begin januari citeerde de krant Al-Hayat, die wordt uitgegeven in Londen, Iraanse en Iraakse bronnen die stelden dat Khalilzad via een Iraakse delegatie opnieuw een brief met een samenwerkingsvoorstel had laten bezorgen in Teheran.

De Amerikanen lijken er vanuit te gaan dat ze met het huidige diplomatieke beleid de door hun gewenste houding van Iran kunnen afdwingen. De Iraanse regering gelooft echter dat zij een veel sterkere onderhandelingspositie heeft dan de VS, ondanks de militaire dreiging van dat land. Op 14 januari zei de Iraanse president Mahmoud Ahmedinejad dat de VS harde en onrechtmatige taal bezigen aan het adres van Teheran, maar dat zij ons uiteindelijk meer nodig hebben dan wij hen. Ahmedinejad verwees hiermee kennelijk naar de Amerikaanse behoefte aan hulp van Iran bij de stabilisering van Irak. (JS/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.