Bush krijgt zware kritiek van vijfhonderd veiligheidsdeskundigen

In juni hadden 27 gepensioneerde topdiplomaten al het zeer ongebruikelijke initiatief genomen de Amerikaanse president publiekelijk de les te lezen over zijn politiek in Irak. De ‘Diplomaten voor Verandering’, zoals de 27 zichzelf noemden, beschuldigden de regering Bush ervan het land in een slecht voorbereide en dure oorlog te hebben gestort, zonder dat er een duidelijk exitscenario voorhanden was. Velen van hen stemden in 2000 op Bush. Ze riepen nu gezamenlijk op om in november niet voor de Republikeinse presidentskandidaat te stemmen.

Topacademici gespecialiseerd in nationale veiligheid, het Midden Oosten en de Arabische wereld hebben het voorbeeld van de diplomaten gevolgd en zich verenigd onder de naam Security Scholars for a Sensible Foreign Policy (Veiligheidswetenschappers voor een verstandig buitenlands beleid, afgekort tot S3FP). Professoren van meer dan honderdvijftig universiteiten uit veertig verschillende staten zijn bij de actie betrokken. Onder hen hoogleraren van prestigieuze instellingen als de Kennedy Government School (Harvard University) het Massachussets Institute for Technology (MIT) en ook van de Bush School of Government in Texas. Ook gepensioneerde ambtenaren, militairen, diplomaten en kabinetsmedewerkers van zowel Democratische als Republikeinse regeringen die op dit moment lesgeven, ondertekenden de deze week verschenen verklaring van S3FP.

In de open brief bekritiseren de vijfhonderd ondertekenaars het feit dat de regering Bush veel te weinig heeft geluisterd naar de legerleiding en experts van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het verzuim om hun advies in te winnen heeft geleid tot een politiek die opstandigheid tegen de door de Verenigde Staten geleide troepenmacht in Irak heeft aangewakkerd.

Dat de regering na 11 september 2001 troepen inzette om de kampen van Al-Qaeda in Afghanistan te vernietigen, vonden de academici een goede zaak. Maar dat er daarna te weinig Amerikaanse militairen werden ingezet om het merendeel van de Al-Qaeda-strijders gevangen te nemen of te doden, noemen ze een grote blunder.
Veel van de talrijke rechtvaardigingen die de regering gaf voor de oorlog in Irak, zijn onwaar gebleken, zo stellen de wetenschappers vast. Van massavernietigingswapens in Irak is geen spoor gevonden, van banden tussen Al-Qaeda en de voormalige Iraakse president Saddam Hoessein al evenmin.

S3FP verwijt de regering Bush dan ook dat ze de klemtoon heeft gelegd op speculatie in plaats van op feiten, op mythologie in plaats van op berekening, en op een misplaatste moralisering in plaats van nationale belangen. Zelfs moreel gesproken waren de argumenten voor een oorlog twijfelachtig, zo menen de professoren. De oorlog heeft het leven gekost aan meer dan duizend Amerikaanse soldaten en aan duizenden Irakezen.

Ook de oorlog tegen het terrorisme, president Bush’ stokpaardje, is niet geholpen met het Amerikaanse optreden in Irak. De fouten die de bezettingsmacht in Irak heeft gemaakt, zoals de mishandeling van gedetineerden in de gevangenis van Abu Ghraib, worden door Al-Qaeda en soortgelijke terroristische groepen in de regio als rekruteringsinstrumenten gebruikt.

S3FP dringt aan op een fundamentele herziening van het Amerikaanse Irak-beleid. We adviseren de regering het gat dat ze al heeft gegraven niet nog dieper te maken, zegt Barry Posen, een van de organisatoren van het platform. (CA/JS)