Birmese acteur moet boeten voor barmhartigheid

Maung Thura, alias ‘Zargarnar’, kaal en met zijn typische brilletje, bracht een netwerk van bekende Birmezen op de been die geld gingen inzamelen en hulp verleenden aan de slachtoffers van de cycloon die op 3 mei over de delta van de Irrawaddy raasde.
“We zijn begonnen op 7 mei en de actie loopt nog altijd”, zei de 47-jarige Zarnargar in het tijdschrift The Irrawaddy, dat in Thailand wordt uitgegeven door Birmezen in ballingschap. “In het begin moesten we heel wat risico’s nemen om hulp ter plaatste te krijgen en kwam het vaak tot aanvaringen met de autoriteiten. Ze vroegen ons wat we op ons eentje gingen doen en wilden met ons onderhandelen. Ze zeiden dat ze onze veiligheid niet konden garanderen.”
Aan Zarnagars carrière als barmhartige samaritaan kwam vorige week een einde toen de politie hem oppakte in zijn huis in de voormalige hoofdstad Rangoon. De agenten namen ook computerbestanden in beslag met beelden van de slachtoffers en de hulpacties.
Het is niet de eerste keer dat de acteur achter de tralies vliegt. Na de democratische studentenprotesten van 1988 zat hij al een jaar in de cel. In september 2007 maakte hij opnieuw kennis met de cel omdat hij water en brood had gegeven aan de boeddhistische monniken die demonstreerden in de straten van Rangoon.
“Uit de arrestatie blijkt duidelijk dat de junta niet is opgezet met de prompte respons van burgerorganisaties na de ramp”, zegt David Scott Mathieson, een adviseur van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch voor Birma. “Ze wil liever zelf worden gezien als de grote hulpverlener. De spontane acties zoals die van Zargarnar maken duidelijk dat de overheid is tekortgeschoten.”

Monniken onder toezicht

Om dezelfde reden houden de militairen ook de boeddhistische monniken in de gaten. “De monniken hebben heel wat werk verricht”, zegt Dean Hirsh van de christelijke hulporganisatie World Vision International, die al jaren werkt in Birma. “Ik was onder de indruk van de contacten die ze hadden in de getroffen gemeenschappen. Ze kregen toegang tot gebieden die de regering en internationale hulporganisaties niet konden bereiken.”
Een monnik die zich in de kijker heeft gewerkt is Sitagu Sayadaw Nya Nissara, die aan het hoofd staat van het een klooster in de streek van Sagaing in het centrum van Birma. Hij leidde de hulpacties in het stadje Bogale in een van de zwaarst door de cycloon getroffen gebieden.
“De monniken hebben een belangrijke rol gespeeld omdat ze de tempels hebben opengesteld voor de vluchtelingen”, zegt Win Min, een Birmese veiligheidsspecialist die les geeft in Thailand. “De tempels zijn de sterkste gebouwen in de streek en bleven overeind. Het heeft de monniken en de mensen dichter bij elkaar gebracht en de sympathie voor de monniken nog vergroot.”
Uit de bloedige onderdrukking van het monnikenprotest in september 2007 is al gebleken dat de junta bijzonder veel angst heeft voor een alliantie tussen de monniken en het volk. Uit een rapport van Amnesty International van vorige week bleek dat militairen honderden vluchtelingen hebben verjaagd uit vier kloosters in Bogale. Volgens Amnesty wil de junta vermijden dat de slachtoffers van de cycloon te afhankelijk worden van de monniken.

foto: http://ipsnews.net/pictures/MoeYuMay060708hr.jpg