‘America Alone’ legt neoconservatieve invloed op ‘oorlog tegen terreur’ bloot

Niet de olie, maar de neoconservatieve ideologie waarin de veiligheid van Israël en het gebruik van militaire macht om “het kwade” te bestrijden een centrale rol spelen, was de doorslaggevende factor die de Amerikaanse regering tot de oorlog in Irak aanzette. Dat betogen Stefan Halper en Jonathan Clarke in hun boek ‘America Alone: The Neoconservatives and the Global Order’ (Cambridge University Press).




Veel rechtse critici ontkennen niet dat economische belangen meespeelden, zoals die van de constructiebedrijven Halliburton en Bechtel. Die belangen hebben de oorlog wellicht een duwtje in de rug gegeven, maar de beslissende factor was ideologisch, bij uitstek neoconservatief, van aard. Aangemoedigd door joodse en niet-joodse neoconservatieven in het Pentagon en door Christelijk Rechts, werd het neoconservatieve wereldbeeld na de aanslagen van 11 september de drijvende kracht achter de buitenlandse politiek van de huidige president George W. Bush.

‘America Alone’ is tot nu toe veruit de beste studie van de neoconservatieve beweging en haar invloed op Bush’ oorlog tegen de terreur. Halper, docent op Cambridge en beleidsmaker in vorige Republikeinse regeringen, en Clarke, een gepensioneerde Britse diplomaat die nu werkt bij het Cato Instituut, een liberale denktank, noemen zichzelf ‘centrumrechts’. Die politieke achtergrond, in combinatie met hun nationaliteiten, maakt hun kritiek bij uitstek interessant.

Ons doel was de neoconservatieven te demystificeren, schrijven de auteurs in het voorwoord. In de volgende 369 pagina’s, inclusief 1.300 voetnoten, slagen ze daar ruimschoots in. Hun motivatie is vanaf het begin duidelijk: in afgewogen bewoordingen en op beredenerende toon leggen ze de mechanismen bloot van de neoconservatieve politiek.

Het boek zet op lezenswaardige wijze uiteen hoe de neoconservatieven hun invloed lieten gelden allerlei geledingen in de samenleving. In het Defence Policy Board van het Pentagon, in het Congres en in de ambtenarij. Maar ook Rupert Murdochs Fox News, de Weekly Standard, rechtse radiotalkshows en de opiniepagina’s van de Wall Street Journal echoden kritiekloos de neoconservatieve ideeën. De goede verhouding met Christelijk Rechts droeg eraan bij dat het publiek er in de dagen na de aanslagen van 11 september steeds meer van overtuigd raakte dat een oorlog tegen Irak een noodzaak was.

De auteurs hebben pionierswerk verricht als het gaat om de beschrijving van de oorsprong van de neoconservatieve beweging, zijn ups en downs in de afgelopen veertig jaar en de rol die ze nu speelt. De neoconservatieven zijn, zo betogen ze, een ernstige bedreiging geworden voor de democratie en de Amerikaanse belangen - die traditioneel door de conservatieven werden verwoord.

Volgens Harper en Clarke concentreert het neoconservatieve wereldbeeld zich rond drie thema’s. Ten eerste wordt de werkelijkheid gedefinieerd als een keuze tussen goed en kwaad. Ten tweede worden militaire macht en de bereidheid die te gebruiken, gezien als de fundamentele, beslissende factoren in de relaties tussen landen. Ten derde vormen het Midden-Oosten en de islam een prioriteit in hun visie op de Amerikaanse buitenlandpolitiek.

Vanuit die drie uitgangspunten vertrekken de radicale krijtlijnen van het neoconservatisme. De buitenlandse politiek kan worden gereduceerd tot zwart-wit analyses van wat moreel goed of fout is. De almacht van de Verenigde Staten verdient de voorkeur boven conventionele diplomatie, multilaterale instellingen en internationale wetten. Internationale kritiek wordt opgevat als bewijs van ‘verdienste’. Militair ingrijpen is niet het laatste, maar het eerste middel in de omgang met de vijand, vooral als al het andere wordt gezien als ‘appeasement-politiek’ (een term die verwijst naar de zogenoemde ‘vredespolitiek’ ten aanzien van nazi-Duitsland, die in 1937 door Neville Chamberlain werd verdedigd).

Vooral het huidige neoconservatieve gedweep met oud-president Ronald Reagan, wiens regering een voorbeeld van ‘morele zuiverheid’ in buitenlandse politiek zou zijn geweest, stoort de auteurs. De neoconservatieven lieten zich destijds in felle bewoordingen uit over Reagans Israël-politiek en zijn toenadering tot Michael Gorbatsjov, toenmalig president van de Sovjet-Unie. Bovendien is Reagan te typeren als een optimistisch leider, die in de woorden van zijn minister van Buitenlandse Zaken George Schultz, appelleerde aan de hoop van mensen, niet aan hun angsten.

Dit in tegenstelling, volgens Halper en Clarke, tot de neoconservatieven, wiens visie er één is van angst, geïnspireerd door (Thomas) Hobbes’ doembeeld over de primitieve staat van de mens en extreem pessimisme, wat meer recent zijn neerslag vond in de politieke filosofie van Leo Strauss. De ideeën van Strauss hadden sterke invloed op Irving Kristol, ‘peetvader’ van de neoconservatieve beweging, en zijn discipelen - waarvan sommigen zijn doorgedrongen in kringen rond president Bush.

De auteurs zijn niet uniek in hun constatering dat de neoconservatieven in feite helemaal niet zo conservatief zijn. Niet alleen zetten ze op roekeloze wijze militaire macht in, achter hun nadruk op ‘transformatie van het Midden-Oosten’ gaat ook een arrogantie schuil die volledig vreemd is aan de conservatieve overtuiging dat vrije en democratische samenlevingen het product zijn van een eeuwenlange ontwikkeling.

Vanuit hun overtuiging dat de wereld een moreel slagveld is, besteden neoconservatieven weinig aandacht aan ‘stabiliteit’ en ‘normalisering’ en zelfs niet aan de ‘economische implicaties van hun politiek’. Het neoconservatieve idealisme om democratie en vrijheid te brengen in de wereld - een claim die veel te snel voor oprecht worden aangenomen - is volgens de auteurs niet veel meer dan goedkope reclame om steun van het publiek mee te verwerven en vijanden in het defensief te dringen.

Op de vraag waarom de neoconservatieven de oorlog in Irak nu eigenlijk wilden, geven de auteurs uiteindelijk een frustrerend en ontwijkend antwoord. Ze verwijzen naar een verborgen agenda die betrekking zou hebben op het Midden-Oosten en militaire macht, bovenal militaire macht in het Midden-Oosten. Macht die ten dienste zou staan van zowel de veiligheid van Israël als de toegang tot olie in de Golf. De auteurs bieden echter geen antwoord op de vraag welke factor het zwaarst heeft gewogen bij het besluit om ten oorlog te trekken.

De auteurs hebben elke schijn van antisemitisme willen vermijden, waarmee ze de neoconservatieven een veelgebruikt wapen uit handen nemen. Het stempel ‘antisemitisch’ wordt door hen namelijk vaak gebruikt om critici de mond te snoeren. Tevens hebben ze geprobeerd te voorkomen om voeding te geven aan incorrecte en gevaarlijke stereotyperingen als zouden de joden de media regeren of sterker nog, de hele wereld. Onder de neoconservatieven bevinden zich veel joden, maar het merendeel van de Amerikaanse joden is niet neoconservatief. Zoals de auteurs zelf aangeven, is het argument dat elke kritiek op de neoconservatieven een antisemitisme ondertoon zou hebben, vandaag de dag niet meer legitiem.

Een ernstige analyse van het neoconservatieve gedachtegoed kan er echter niet buiten: zonder de gruwelijke gebeurtenissen die in de vorige eeuw uitmondden in de holocaust kan je de neoconservatieve denkwijze niet begrijpen. Die ervaring - en met name het niet-ingrijpen van de ‘internationale gemeenschap’ – ligt aan de basis van de morele tweedeling in goed en kwaad. Evenals de obsessie met militair ingrijpen, de afkeer van multilaterale instellingen en de internationale wetgeving. En tenslotte, de noodzaak voor de Verenigde Staten om continu het gevecht te zoeken met buitenlandse vijanden uit vrees voor isolatie, die evenals de appeasement-politiek de weg hielp plaveien voor Hitler en de holocaust. (JS/MM)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.